Update
Hierbij ontvangt u de Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates, waarin zeven uitspraken zijn opgenomen.
Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Selectie uitspraken door de NOvA
ECLI:NL:TADRAMS:2022:157, ECLI:NL:TADRAMS:2022:156 en ECLI:NL:TADRAMS:2022:155: kengetallen
Een drietal, op dezelfde dag gewezen en inhoudelijk nagenoeg identieke uitspraken. Het gaat om dekenbezwaren wegens het niet aanleveren van de financiële kengetallen. De raad acht dat in strijd met de betamelijkheid en met gedragsregel 29. Het overlijden van de boekhouder, de coronapandemie, de niet-onderbouwde stelling dat de cijfers wél zouden zijn aangeleverd noch depressieve klachten bij de beklaagde advocaat worden door de raad als steekhoudend verweer geaccepteerd. Naast een berisping wordt ook een voorwaardelijke boete van € 2.500 opgelegd, die niet hoeft te worden betaald als binnen vier weken de cijfers alsnog zijn aangeleverd.
ECLI:NL:TADRARL:2022:200: schrapping wegens schenden geheimhouding
Een oud-advocaat openbaart in de media dat een voormalig cliënt heeft bekend verantwoordelijk te zijn voor een decennia geleden gepleegde moord op een kind. Dat is gebeurd zonder voorafgaand overleg met de deken en, aldus de advocaat, ‘om de nabestaanden duidelijkheid te verschaffen’. De raad acht dit een ernstige schending van de geheimhoudingsplicht waar in de gegeven omstandigheden geen enkele rechtvaardiging voor bestond. De raad schrapt de oud-advocaat van het tableau, daaraan toevoegend dat dat mede gebeurt in de hoop dat dat ‘in de richting van de beroepsgroep en de maatschappij ook een normbevestigend effect zal hebben’.
ECLI:NL:TADRSGR:2022:143: schadevergoeding
Een klacht inzake belangenverstrengeling, tekortschietende bijstand en een onaangekondigde verhoging van het uurtarief. De klager verzoekt bij de raad ook om een hoge schadevergoeding. De raad verklaart alle klachtonderdelen gegrond. Ten aanzien van de schadevergoeding overweegt de raad dat op grond van artikel 48b Advocatenwet een schadevergoeding van maximaal € 5.000 kan worden toegekend. Nu klager in deze kwestie meer dan € 50.000 aan declaraties had betaald voor ondermaats werk wijst de raad de maximale schadevergoeding toe, en geeft aan dat dat klager zich voor het overige kan wenden tot de civiele rechter.
ECLI:NL:TAHVD:2022:142: schikking ter zitting
Soms hanteert het hof van discipline het procesrecht vindingrijk – en niet per se inefficiënt. Een strafadvocaat stelt te laat hoger beroep in. In eerste aanleg erkent zij dat ruiterlijk en schakelt direct haar verzekeraar in. Aan haar worden niettemin een waarschuwing en een kostenveroordeling opgelegd. In hoger beroep (uit de uitspraak lijkt te volgen dat dat beroep door de klager is ingesteld, maar dat kan een verschrijving zijn) wordt een zitting gepland. Ter zitting van het hof wordt een betalingsregeling getroffen die naast de tuchtrechtelijke ook de civielrechtelijke gevolgen omvat van de door de advocaat gemaakte beroepsfout. Naar aanleiding daarvan trekt de klager zijn klacht in en vernietigt het hof de beslissing van de RvD, inclusief de daarbij uitgesproken proceskostenveroordeling, en bepaalt dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.
ECLI:NL:TADRAMS:2022:154: misbruik van procesrecht tuchtrechtelijk verwijtbaar?
In een geschil tussen twee ondernemingen dient een advocaat een faillissementsrekest in tegen de wederpartij. Het verzoek tot faillietverklaring wordt door de rechtbank afgewezen, onder meer omdat klager niet verkeerde in een toestand van te hebben opgehouden te betalen. De rechtbank oordeelt ook dat de (cliënt van de) om faillissement verzoekende advocaat misbruik van procesrecht maakte door het faillissement van klager aan te vragen en door te zetten. De raad oordeelt dat het een advocaat, mede gelet op de hem toekomende vrijheid in het behartigen van de belangen van de cliënt, niet kan worden ontzegd een poging te wagen om ter verkrijging van voldoening het middel van de faillissementsaanvraag in te zetten. Uit de omstandigheid dat de rechtbank heeft geoordeeld dat sprake is van misbruik van procesrecht kan volgens de raad niet bij voorbaat worden afgeleid dat er tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld.
Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)
1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt
-
Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden
Dekenbezwaar. Verweerder heeft als voormalige strafrechtadvocaat in de krant en in een documentaire gesteld dat zijn voormalige cliënt tegen verweerder gezegd zou hebben dat hij betrokken was bij de moord op een zevenjarig meisje. Verweerder heeft daarmee zijn geheimhoudingsplicht - één van de belangrijkste kernwaarden van de advocatuur - op een zeer ernstige wijze geschonden. Verweerder heeft jaren geleden, na overleg met de deken, deze kennis gedeeld met een officier van justitie. De recente schendingen dienden geen enkel gerechtvaardigd belang...
2022-09-26
(Zaaknummer: 22-493/AL/NN, ECLI:NL:TADRARL:2022:200, TR-2022-0805) -
Raad van Discipline Amsterdam
Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft niet voldaan aan de herhaalde verzoeken van de deken tot het doen van de CCV-opgave over het jaar 2021 en het eveneens niet te voldoen aan de verzoeken tot het aanleveren van de financiële kengetallen over 2020 (en de vergelijkende cijfers over 2019). Op verweerder rust de betamelijkheidsverplichting de CCV-opgave tijdig te doen (zie ook beslissing van de raad van 28 oktober 2016, ECLI:NL:TADRAMS:2016:216). Daarnaast staat met de beslissing van het Hof van Discipline van 15...
2022-08-15
(Zaaknummer: 22-319/A/A/D, ECLI:NL:TADRAMS:2022:155, TR-2022-0673) -
Raad van Discipline Amsterdam
Dekenbezwaar in beide onderdelen gegrond. Verweerder heeft niet voldaan aan het verzoek van de deken om de financiële kengetallen over het boekjaar 2020 (en de vergelijkende cijfers over 2019) aan te leveren. Evenmin heeft verweerder over het boekjaar 2020 een jaarrekening vastgesteld. Op grond van de beslissing van het Hof van Discipline van 15 november 2021 (ECLI:NL:TAHVD:2021:214) zijn advocaten gehouden medewerking te verlenen aan het in de vorm van preventief toezicht door de deken collectief uitvragen van de financiële kengetallen....
2022-08-15
(Zaaknummer: 22-281/A/A/D, ECLI:NL:TADRAMS:2022:156, TR-2022-0685) -
Raad van Discipline Amsterdam
Dekenbezwaar in beide onderdelen gegrond. Verweerder heeft niet voldaan aan het verzoek van de deken om de financiële kengetallen over het boekjaar 2020 (en de vergelijkende cijfers over 2019) aan te leveren. Evenmin heeft verweerder over het boekjaar 2020 een jaarrekening vastgesteld. Op grond van de beslissing van het Hof van Discipline van 15 november 2021 (ECLI:NL:TAHVD:2021:214) zijn advocaten gehouden medewerking te verlenen aan het in de vorm van preventief toezicht door de deken collectief uitvragen van de... 2022-08-15
(Zaaknummer: 22-280/A/A/D, ECLI:NL:TADRAMS:2022:157, TR-2022-0697)
2. Eigen advocaat
-
Hof van Discipline
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft te laat hoger beroep ingesteld in de strafrechtelijke procedure van klager. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof zijn partijen tot een minnelijke regeling gekomen, die nadien is uitgevoerd. Gelet hierop vernietigt het hof de beslissing van de raad en verstaat dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.
2022-09-19
(Zaaknummer: 210209, ECLI:NL:TAHVD:2022:142, TR-2022-0813) -
Raad van Discipline 's-Gravenhage
Raadsbeslissing. Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling, is ernstig tekortgeschoten in de bijstand aan klager en hij heeft zonder overleg met klager zijn uurtarief verhoogd. Voor dezelfde belangenverstrengeling is verweerder in de zaken 19-161/DH/RO en 19-785/DH/RO (raad)/200189 (hof) ook al veroordeeld. De raad ziet daarin grond om aan verweerder geen maatregel op te leggen in verband met dit verwijt. De overige verwijten geven de raad grond om aan verweerder een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van 12 weken op...
2022-09-05
(Zaaknummer: 22-180/DH/RO, ECLI:NL:TADRSGR:2022:143, TR-2022-0781)