Rechtspraak
Dekenbezwaar tegen advocaat en kantoor door raad ongegrond verklaard. Bezwaar tegen kantoor geldt als bezwaar tegen de advocaat in zijn hoedanigheid van bestuurder van het kantoor. Wederzijds hoger beroep. Beroep verweerder op niet-ontvankelijkheid faalt: deken heeft geen misbruik van bevoegdheid gemaakt door signalen te onderzoeken en dekenbezwaar in te dienen. Hof vernietigt beslissing raad: dekenbezwaar tegen advocaat in beide hoedanigheden gegrond, onvoorwaardelijke schorsing 12 weken. Hof oordeelt dat sprake is van een ontoelaatbaar kantoorbeleid (en sturing van de advocaten op dat beleid) op het gebied van toevoegingen in sociale zekerheid, met name door ontbreken persoonlijk contact met cliënten (geen fysieke intake, geen bespreking goede en kwade kansen, in beginsel niet meegaan naar zittingen). Het meegaan naar zitting is niet nutteloos, zoals verweerders hebben gesteld, maar hoort bij een zorgvuldige belangenbehartiging voor de cliënt. Niet bijhouden van door RvR vereiste urenregistratie is eveneens tuchtrechtelijk verwijtbaar.