Rechtspraak
Klaagster is tijdens een (herhaald) opsporingsprogramma op tv als verdachte van Whatsapp-fraude in beeld gebracht. Kort na die uitzending bleek dat door een technische storing bij de betrokken bank de tijden van de pintransactie niet gelijk liepen met die van de camera van de bank, waardoor klaagster ten onrechte als verdachte in beeld is gebracht. Ondanks excuses is klaagster toch nog langer als verdachte aangemerkt. Daarin heeft zij om de bijstand van verweerder gevraagd. Verweerder heeft klaagster naar het oordeel van de raad aan haar lot overgelaten door telkens niet te reageren op haar vragen om contact en om niet met haar te overleggen over de te nemen stappen in haar stressvolle situatie. Verweerder heeft zijn zorgplicht jegens klaagster geschonden en daarbij ook in strijd met de kernwaarde deskundigheid gehandeld, terwijl hij voorafgaand aan of tijdens de zitting van de raad geen uitleg voor zijn handelen heeft gegeven of klaagster zijn verontschuldigingen heeft aangeboden. De raad acht een voorwaardelijke schorsing van 4 weken in de praktijkuitoefening van verweerder passend.