Naar boven ↑

Rechtspraak

Behandeld in Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2023-2

Klachten gericht tegen voormalig eigen advocaat. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad met aanvulling van de motivering en verklaart alle klachtonderdelen, te weten a) en b) gegrond.
Het hof stelt voorop dat het een advocaat vrij staat om tegen eenieder aangifte te doen van een strafbaar feit, ook als het een (voormalig) cliënt betreft. Het hof is zich ervan bewust dat de veiligheid van advocaten in het huidige tijdsgewricht onder druk staat en dat advocaten met enige regelmaat worden bedreigd in de uitoefening van hun praktijk. In dit verband is door (de deken van) de Orde van Advocaten een protocol bedreigde advocaten opgesteld, hoe advocaten die worden bedreigd bij de uitvoering van hun werkzaamheden, door of namens wederpartijen dan wel door de eigen (al dan niet voormalige) cliënt, hiervan melding kunnen maken. Als een advocaat aangifte wil doen, dient hij voorafgaand overleg te plegen met de deken en diens advies in te winnen op basis van het door hem geschetste beeld over de aard, de oorzaak en de gevolgen van die melding. De deken dient de advocaat hierin ook bij te staan en hem van gepast advies te voorzien. Ook de beantwoording van de vraag of het beroepsgeheim in concrete gevallen mag worden doorbroken, teneinde een directe dreiging van ernstig, toekomstig gevaar voor de advocaat of een betrokkene af te wenden, dient in samenspraak met de deken plaats te vinden. Naar aanleiding van het overleg tussen de advocaat en de deken kan vervolgens worden besloten om de kwestie te melden bij de Hoofdofficier van Justitie en aangifte te doen bij de politie. De Hoofdofficier van Justitie meldt de kwestie door aan het hoofd van de unit BB&C, zodat die dit verder kan oppakken met de betreffende advocaat en een risico-analyse kan maken.
Nu verweerder heeft nagelaten voorafgaand aan de aanvullende aangifte advies in te winnen bij de deken (ook in verband met de doorbreking van zijn geheimhoudingsplicht), heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan verweerder is de maatregel van berisping opgelegd. Het beroep van de deken is door het hof niet-ontvankelijk verklaard, nu de deken zijn beroepschrift niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend.