Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-12-2024

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2024:308

Zaaknummer

24-643/AL/GLD

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 16 december 2024 in de zaak 24-643/AL/GLD

naar aanleiding van de klacht van:

 

klagers

over

verweerder

 

 

De voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief met bijlagen volgens de inventarislijst van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) van 29 augustus 2024 met kenmerk K24/07. Ook heeft de voorzitter kennisgenomen van de e-mail met bijlage van verweerder van 28 oktober 2024.

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.

1.1    Sinds 2022 is er een geschil ontstaan tussen klagers en de gemeente Almere (hierna: de Gemeente). De Gemeente wordt bijgestaan door verweerder.

1.2    Het geschil heeft betrekking op de terugbetaling van de aan klagers verleende uitkering op grond van de Participatiewet. Dit geschil heeft geleid tot een civiele procedure. In die procedure gaat het onder meer over de vraag of de Gemeente heeft bevestigd aan klagers dat, na een aflossingsperiode van vijf jaar met een aflossing van € 50 per maand, het restant van de schuld buiten invordering zou worden gesteld. Volgens klagers is deze buiteninvordering-regeling in een besluit aan klagers meegedeeld in oktober 2015, maar de Gemeente betwist dat. Volgens de Gemeente zijn klagers gehouden de resterende schuld te betalen en daarom heeft ze executiemaatregelen laten treffen om de vordering te innen. Klagers zijn van mening dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld tegenover hen door na 4 september 2020 nog steeds aflossing van de schuld van hen te verlangen en dit met executiemaatregelen af te dwingen. 

1.3    De woning van klagers is na executoriaal beslag geveild en verkocht. De Gemeente vindt dat een deel van de overwaarde van de woning moet worden aangewend om haar vordering te betalen. Klagers zijn het daar niet mee eens. Klagers vinden dat de Gemeente alle schade moet vergoeden die zij hebben geleden bij de verkoop en ontruiming van zijn woning. Klagers en de Gemeente zijn overeengekomen dat een deel van de overwaarde, te weten een bedrag van € 24.181,80, op de derdenrekening van de advocaat van klagers in depot wordt geplaatst, totdat hun geschil is beslecht.

1.4    Vanaf september 2022 hebben klagers verschillende e-mails naar (onder anderen) ambtenaren van de Gemeente gestuurd over dit geschil. 

1.5    In een e-mail van 22 november 2022 heeft klaagster aan een ambtenaar van de gemeente om bijzondere bijstand van reiskosten verzocht. Tevens heeft zij in die e-mail het volgende geschreven: Wij houden u formeel aansprakelijk voor alle schade die u ons gezin toebrengt. Zowel emotionele schade die reeds aanzienlijk is als ook de financiële schade. Deze laatste zowel privé als ook zakelijk. U beseft blijkbaar niet wat u aan het doen bent. Het is een schande hoe u met mensen omgaat. Daarnaast wil ik u wijzen dat u zelf de oorzaak bent dat wij bijzondere bijstand moeten aanvragen voor deze kosten. U weigert besluiten te nemen, komt afspraken niet na, houdt onrechtmatig geld in gijzeling en houdt op geen enkel vlak rekening met onze situatie. Hoe lang wilt u dit nog volhouden? Hoe beschadigd wilt u onze kinderen door het leven laten gaan, wat geeft u het recht om zo met ons om te gaan? Gezien de hoge nood, nee eerder de crisis waarin ons gezin zich nu bevind door uw handelen lijkt het mij verstandig dat u uw persoonlijke grieven eens loslaat en vandaag nog de gevraagde bijstand uitkeert middels een spoedbetaling. Indien een spoedbetaling volgens u vandaag niet meer lukt dan stel ik voor om in de hal van het gemeentehuis af te spreken, zodat u het mij contant kunt uitkeren. Een pinautomaat kunt u vinden tegenover het gemeentehuis. Wanneer u dit niet uitkomt dan wacht ik wel op u op het plein voor het gemeentehuis tot u naar huis gaat. Dan geeft u de tijd om eea te regelen. Ik hoor graag wat uw voorkeur heeft.

1.6    In een e-mail van 2 december 2022 heeft klager het volgende aan het door de Gemeente inschakelde deurwaarderskantoor geschreven: Je zult je verantwoorden voor je daden. Je hebt zelf geen onderzoek gedaan. Wij weten dat vorderingen gekocht worden, wij weten van de duistere zaakjes en alles zal naar buiten komen. Ik ga door tot je de deuren kunt sluiten en er niets van je bedrijf over is. Je hebt je kans gehad, klein zielig kind om je te verstoppen achter de opdrachtgever. Je schend je zorgplicht, brengt dwangbevelen uit alsof je een overheidsorganisatie bent. Je zult er wel achterkomen. Alle stukken gaan dit weekend nog op de site met naam en toenaam. Je zult spijt krijgen dat je ons hebt gepakt. Dit keer heb je de verkeerde. Vergeet niet, ik heb niets meer op te verliezen jij hebt alles nog, nu nog wel.’’

1.7    Op 5 december 2022 heeft een ambtenaar van de gemeente een e-mail ontvangen afkomstig van het e-mailadres [...@mail.com]. Die e-mail luidt als volgt: U kent mij niet en laten we dit maar zo houden. Is beter voor alle partijen. Afgelopen zaterdag heeft mijn nichtje te horen gekregen dat haar vader, mijn oom, met spoed geopereerd moet worden. Ook u advocaat is op de hoogte. Mijn nichtje kan er niet heen. Er is geen geld voor benzine. Haar vader heeft haar gesmeekt te komen met haar gezin. Kan niet. Door u. Zij heeft haar zoontje in het weekend moeten vertellen dat Sinterklaas hun is kwijt geraakt en dat er daarom geen kadootjes worden gebracht. Toen zei hij : Sinterklaas is nu toch bij de buren? Dan kunnen we zeggen dat wij hier wonen en heeft hij nog 1 dag de tijd om kadootjes te kopen. Heeft u een antwoord hierop? Kunt u dit uitleggen aan een kind? U hebt geen kinderen. Mijn nichtje heeft verteld dat er een gemene heks bestaat die mensen expres laten verhuizen zodat Sinterklaas ze kwijt raakt. En dat deze heks op het gemeentehuis werkt en M. heet. U hebt een primeur: mijn neefje gaat zijn spreekbeurt houden over de heks van Almere die geld steelt van mensen en tegen Sinterklaas liegt. Haar oudste kind kan niet meer naar school. Er is geen benzine. Met de trein kan niet. Geen geld voor en 2,5 uur reizen (enkele reis) voor een kind van 12 in een onbekende omgeving is niet goed. Vraag mij ook af of treinen wel rijden om 3 uur in de nacht. Haar zoon zit op speciale sportschool. Traint met school om 6 uur in ochtend. Ik heb de leerplicht ambtenaar gebeld voor haar. Uitgelegd en ik heb u nummer gegeven. Jongen kan ook niet meer zwemmen. Zwemt in eredivisie. Niet meer trainen en geen wedstrijden zwemmen. Is eens uur rijden iedere dag per enkele reis. Dus 10 uur per week. Is geen benzine meer voor. Zijn droom is kapot. Door u. Kinderen tellen ook mee in Almere? Die van mijn nichtje niet. Als door u schuld zij niet bij haar vader kan zijn dan hoop ik voor u dat zijn operatie levensreddend zal zijn. Mijn nichtje en haar vader zijn vier handen op 1 buik. En als u ze door u met kerst ook nog niet uit deze situatie zijn en geen kerst kunnen vieren met haar ouders, dan zal ik voortaan maar wat vaker achterom kijken. En nog meer thuis werken (zoals vandaag). Want ik pak je. Als mijn vader mij niet voor is want die vermoord u. Dat heeft hij zelf gezegd. Hij heeft u al opgezocht. Als er meer dan 100 ronkende motoren voor uw huis staan of bij het gemeentehuis hoop ik voor u dat u een schuilkelder hebt en zal ik maar hard gaan bidden. Mijn vader heeft een pest hekel aan ambtenaren. Allemaal pennen likkers. Dus wees gewaarschuwd takkewijf met je uitgestreken vuile kut kop. Jou kop vraagt erom om geslagen te worden.

1.8    In december 2022 is een ambtenaar van de Gemeente via WhatsApp benaderd door een persoon die zich voordeed als de (toenmalige) advocaat van klagers. Nadat die betreffende advocaat door verweerder is geconfronteerd met deze berichten, heeft zij in een e-mail van 29 december 2022 het volgende aan verweerder geschreven: Ik ben met vakantie, maar ik heb nimmer contact opgenomen met de gemeente. Ik ken de regels en zal nimmer direct met de gemeente contact opnemen. Kunt u een exacte kopie van deze mail verkrijgen? Ik heb namelijk het vermoeden dat cliënten dit direct hebben gedaan. Ik ben de week voor kerst ook ziek uitgevallen.

1.9    Op 28 juli 2023 is de Gemeente door klagers gedagvaard. Verweerder heeft vervolgens namens de Gemeente de conclusie van antwoord ingediend. Die luidt, voor zover relevant, als volgt: 1.4 VD is vervolgens aan de gemeente de executoriale verkoop van de woning en de ontruiming gaan verwijten. In het najaar van 2022 is VD begonnen met het stalken en bedreigen van ambtenaren van de gemeente en de advocaat van de gemeente. Desondanks heeft de gemeente hem een aantal voorschotten voor bijzondere bijstand toegekend 1.5 Nadat VD valse e-mail- en Whatsappberichten uit naam van zijn advocaat had verstuurd heeft de advocaat van VD de samenwerking beëindigd. VD is vervolgens doorgegaan met het lastigvallen van de gemeente. (…) 2.43 VD wil echter per se weten waar de inboedel is opgeslagen en welke ambtenaar daarvoor verantwoordelijk is. De gemeente wil die informatie niet geven. In de eerste plaats niet omdat de locatie geen publiekslocatie is en betrokkenen daar dus niet terecht kunnen. In de tweede plaats omdat de gemeente niet wil dat er nog meer ambtenaren worden lastiggevallen door de familie. 2.44 Vervolgens maakt de familie een vals e-mailadres en telefoonnummer aan, waarmee men zich voordoet als de eigen advocaat (mr. R). Op Whatsapp gebruiken zij als profielfoto een foto van de advocaat. Via dat telefoonnummer worden de als productie 22 overgelegde berichten gestuurd. Daarin doet VD zich voor als zijn advocaat en vraagt hij de ambtenaar om "onder ons" informatie door te geven. 2.45 Als de advocaat van de gemeente hierover opheldering vraagt bij de advocaat van VD, komt de aap al snel uit de mouw. De advocaat van VD geeft aan dat zij dit bericht zeker niet heeft gestuurd en dat haar clienten dat vermoedelijk hebben gedaan (productie 23). Hierna staakt de advocaat van VD de bijstand aan de familie. 3.3 Vervolgens heeft de gemeente de juiste aanmanings- en dwangbevelprocedure doorlopen. Op geen enkel moment heeft VD zich daartegen verzet of rechtsmiddelen ingesteld. Nadat een eerdere betalingsregeling door VD niet werd nagekomen was de gemeente bereid om een nieuwe betalingsregeling te treffen. De gemeente heeft nooit aan VD geschreven dat zijn schuld zou worden kwijtgescholden als de betalingsregeling van €50,-/maand zou worden nagekomen. De brief met die inhoud die VD heeft ingebracht is valselijk opgemaakt, nadat VD zich eerder al van een valse naam had bediend om onder valse voorwendselen informatie bij ambtenaren in te winnen en (zonder succes) had geprobeerd stukken in Word- bestandsformaat te verkrijgen.

1.10    Op 8 januari hebben klagers bij de deken een klacht ingediend over verweerder. 

 

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door: a)    onjuiste/geen informatie te verstrekken; b)    stukken valselijk op te maken; c)    zich onnodig grievend uit te laten.

 

3    VERWEER

3.1    Verweerder heeft tegen de klacht onder meer het volgende verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

 

4    BEOORDELING

Maatstaf 4.1    De klacht heeft betrekking op het handelen van de advocaat van de wederpartij van klagers. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Discipline komt aan deze advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem, in overleg met zijn cliënt, goeddunkt. Deze vrijheid is niet onbeperkt, maar kan onder meer worden ingeperkt als de advocaat a) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, b) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat deze in strijd met de waarheid zijn dan wel c) (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Daarbij geldt dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De advocaat hoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt

Klachtonderdeel a) 4.2    Klagers verwijten verweerder dat hij in zijn conclusie van antwoord - volgens klagers ten onrechte - heeft gesteld dat de in december 2022 aan ambtenaren van de Gemeente gestuurde e-mail en WhatsApp-berichten van hen afkomstig zijn, ook al staat de naam van klagers niet onder de e-mail en staat in de WhatsApp-berichten dat deze door de advocaat van klagers zijn gestuurd. 

4.3    De voorzitter is van oordeel dat het verweerder vrij stond om deze stelling - namens de Gemeente, de cliënte van verweerder - in te nemen. Verweerder heeft deze informatie van zijn cliënte ontvangen en verweerder mocht uitgaan van de juistheid daarvan. Van een uitzonderingssituatie waarin verweerder de juistheid van deze informatie had moeten controleren is geen sprake. Om die reden is dit verwijt niet terecht voorgesteld.

4.4    Bovendien heeft verweerder uitgelegd op grond waarvan hij de conclusie heeft getrokken dat deze e-mail en WhatsApp-berichten wel degelijk van klagers afkomstig zijn. Gezien de inhoud en de toon van de berichten die klagers eerder aan (medewerkers van) de Gemeente hebben gestuurd en gelet op het bericht van de toenmalige advocaat van klagers waarin zij heeft aangegeven dat zij de berichten niet had gestuurd en het vermoeden heeft geuit dat klagers dit hebben gedaan, is deze conclusie van verweerder naar het oordeel van de voorzitter niet onbegrijpelijk. Ook zijn klagers (en hun advocaat) in de civiele procedure in de gelegenheid geweest om tegen de door verweerder ingenomen standpunten verweer te voeren. 

4.5    Gelet op het voorgaande is niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dit klachtonderdeel wordt daarom kennelijk ongegrond verklaard.

Klachtonderdeel b) 4.6    Klagers stellen dat verweerder stukken die hij in de civiele procedure namens zijn cliënt heeft ingediend, valselijk heeft opgemaakt. Klagers hebben aangevoerd dat zij onderzoek hebben laten doen naar deze stukken en dat uit dat onderzoek is gebleken dat verweerder de auteur van een bepaald document zou zijn. Verweerder heeft hierover verklaard dat hij deze stukken niet heeft opgesteld. Wel heeft hij alle stukken die hij van de Gemeente had ontvangen, samengevoegd en in één pdf-bestand naar klagers gestuurd. De voorzitter is van oordeel dat deze stelling van klagers tegenover de gemotiveerde betwisting ervan door verweerder volstrekt onvoldoende is onderbouwd. Dit klachtonderdeel wordt daarom kennelijk ongegrond verklaard. 

Klachtonderdeel c)  4.7    Klagers zijn ten slotte van mening dat verweerder zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten. Verweerder heeft in de procedure meermaals genoemd dat klager strafbare feiten zou hebben gepleegd, terwijl hij daarvan slechts wordt verdacht, aldus klager. 

4.8    De voorzitter begrijpt dat dit verwijt in het bijzonder ziet op onderdeel 1.4 van de conclusie van antwoord. In die passage heeft verweerder geschreven dat klager ambtenaren van de gemeente heeft gestalkt en bedreigd. Naar het oordeel van de voorzitter kunnen deze woorden onder omstandigheden onnodig grievend zijn. Verweerder heeft deze woorden echter niet zomaar gebruikt. Hij heeft in zijn memorie van antwoord uitgelegd waarom hij het gedrag van klager als stalking en bedreiging kwalificeert. Gelet op deze uitleg acht de voorzitter is het gebruik van deze woorden gerechtvaardigd en zeker niet onbegrijpelijk of onnodig grievend. Het stond verweerder dus vrij om deze te gebruiken. De omstandigheid dat klager ter zake van deze feiten niet is veroordeeld, maakt dat niet anders. Net als bij klachtonderdeel a) merkt de voorzitter daarbij op dat klagers en hun advocaat in civiele procedure in de gelegenheid zijn geweest om over deze stellingen van verweerder hun visie te geven. Het voorgaande betekent dat verweerder niet tuchtrechtelijk heeft gehandeld. Dit klachtonderdeel wordt daarom kennelijk ongegrond verklaard. 

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart:  de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 16 december 2024.

Griffier         Voorzitter

Verzonden op : 16 december 2024