Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-11-2024

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2024:148

Zaaknummer

24-320/DB/OB

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing.De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 4 november 2024

in de zaak 24-320/DB/OB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 4 juli 2024 op de klacht van:

 

klaagster

 

over:

 

verweerster

 

 

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 22 en 26 april 2023 heeft klaagster tegen verweerster een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”).

1.2 Op 1 mei 2024 heeft de raad het dossier met kenmerk 48|23|062K van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 4 juli 2024 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Op 26 juli 2024 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 23 september 2024. Verschenen zijn de heer E, daartoe door klaagster gemachtigd, en verweerster. Klaagster is niet verschenen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en van de volgende nagekomen stukken:

- e-mail met bijlagen van klaagster van 26 augustus 2024;

- e-mail met bijlagen van klaagster van 28 augustus 2024;

- e-mail met bijlagen van klaagster van 1 september 2024.

 

2. FEITEN en KLACHT

2.1     Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

 

3. VERZET

3.1     De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

Klaagster betwijfelt of de voorzitter wel het volledige dossier heeft ingezien, nu de feiten zijn genegeerd. Verweerster heeft de zaak niet op zorgvuldige wijze overgedragen en heeft klaagster met een chaos laten zitten.

 

4. BEOORDELING  

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klaagster niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. J.M.H. Schoenmakers, voorzitter, mrs. H.C. Struijk, A.J.F. van Dok, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg als griffier, en uitgesproken op 4 november 2024.

 

Griffier                                                           Voorzitter

 

Verzonden op: 4 november 2024