Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-09-2024

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2024:132

Zaaknummer

24-216/DB/OB

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 30 september 2024

in de zaak 24-216/DB/OB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 23 mei 2024 op de klacht van:

 

klager

 

over:

 

verweerder

 

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 30 oktober 2023 heeft klager tegen verweerder een klacht ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”).

1.2 Op 21 maart 2024 heeft de raad het dossier met kenmerk 48|23|146K van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 21 mei 2024 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Op 19 juni 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 19 augustus 2024. Verschenen zijn klager en verweerder.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift.

 

2. FEITEN en KLACHT

2.1     Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

 

3. VERZET

3.1     De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

De volgende feiten, die klager als intimidatie heeft ervaren, zijn niet in de beoordeling betrokken: (1) nadat klager aan verweerder had laten weten de ARAG te hebben ingeschakeld heeft verweerder toch nog contact met klager opgenomen (2) een mail van 2 november 2023 aan de deken. Verder: Het in rekening brengen van een absurd bedrag aan incassokosten vormt wel degelijk intimidatie. Verweerder heeft ten onrechte gesteld dat hij de incassokosten heeft gebaseerd op de algemene voorwaarden van zijn cliënt. De voorzitter heeft ten onrechte overwogen dat de zaak in klagers voordeel is beslecht.

 

4. BEOORDELING  

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

 

  - verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. V.E.J. Noelmans, voorzitter en mrs. M. Callemeijn en A.J.C. Perdaems, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg als griffier en uitgesproken op 30 september 2024.

 

Griffier                                                           Voorzitter

 

Verzonden op: 30 september 2024