Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-07-2024

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2024:130

Zaaknummer

24-012/DH/DH

Inhoudsindicatie

Klacht over de eigen advocaat. Schrapping. Verweerster heeft haar cliënt gedurende een lange periode bewust onjuist geïnformeerd over het aanhangig hebben gemaakt van een procedure bij de rechtbank. Door klager vervolgens te ontraden zich bij de rechtbank te beklagen over de trage behandeling, heeft verweerster ogenschijnlijk ook nog geprobeerd om haar eigen kwalijke gedrag te verhullen.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 8 juli 2024 in de zaak 24-012/DH/DH naar aanleiding van de klacht van:

klager gemachtigde: mr. S.A.A. Hendrickx

over:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1    Op 28 juli 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 1.2    Op 5 januari 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K160 2023 van de deken ontvangen.  1.3    De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 27 mei 2024. Daarbij was klager aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerster is, hoewel zij correct is opgeroepen voor de zitting, niet verschenen (zonder voorafgaand bericht van afwezigheid). 1.4    De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventaris genoemde bijlagen 03 tot en met 09 (inhoudelijk) en 1 tot en met 12 (procedureel).

2    FEITEN 2.1    Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten. 2.2    Klager is tot 4 februari 2016 gehuwd geweest. Klager is in Spanje, waar hij indertijd woonachtig was, een procedure gestart om de op naam van zijn ex-partner gestelde echtelijke woning in Den Haag te laten verdelen. De Spaanse rechter heeft zich onbevoegd verklaard. 2.3    Op 23 maart 2019 heeft klager zich gewend tot verweerster om in rechte de verdeling van de woning in Nederland te laten uitspreken en daarmee ook te bewerkstelligen dat klager werd bevrijd van de verplichting om de hypothecaire verplichtingen ten aanzien van deze woning te moeten blijven voldoen. Hoewel de woning in het Kadaster alleen op naam van de ex-partner was ingeschreven, waren ex-partner en klager hoofdelijk schuldenaar van de bank en voldeed klager de hypothecaire lasten (alsmede bepaalde andere verplichtingen ten aanzien van deze woning). 2.4    Op 20 juli 2020 schreef verweerster aan klager: “Thecourts haave just re-opened aagain and the courts recently informed that they are behind with cases due to Covid and shrtage of judges and court room Covid proof of the moment, but that they will do their utmost to try to work as hard as possible the coming months and try to organize the court cases as much as possible. I expect us to go to court, but I can not predict of course how fast the court can work, also because the courts have holidays as well till end of Augustus, that either end of this year/beginning next year (january) it will be your turn. As soon as I hear anything I will let y ou know. […] As soon as I know more I will inform you right away and ir I am offered a court hearing in the evening, I will accept, even I fit would be in the weekend. I keep you updated […]. I will report again first week of September as I hope to have more information then.” 2.5    Op 28 mei 2021 schreef verweerster aan klager: “I have received your email in good order. Please do not worry, I take your case very seriously and your case has my full attention. Due to the covid situation the courts have a delay in dealing with all the cases as a result of which, unfortunately, your case is also awaiting tob e dealt with by the court. As I mentioned last time, and it seems that you might not have received my email, I am in touch with the court on a very regular basis to get your case dealt with. The last court employee I Spoke to informed me that the court expects to deal with your case likely end September/beginning of October. I have stressed that it is very important that the case is dealt with as quickly as possible due to emergency reasons which the court understands. […] I will inform the court again on Monday. Is there any updating information I can send tot he court to stress the emergency once more? I would also like you to start to update the financial situation around the house in regard to the costs you paid for the house, the mortgage you paid for the house and any other additional costs so the court sees and can order, that even if your ex wife would turn up, there is no need to give her any financial contribution as you always did pay all for the house. I like the give the court, now that the court hearing date is getting closes, the update as well. In regard to the court hearing [klager], I was informed by the court employee, that there is no need when the court hearing date is fixed to come to the Netherlands, as the court is willing to organize a skype hearing so you can stay safe in your country. […] So, please dot not worry as I also notice that the courts do all to get on track again and we are always there. I will prepare the court hearing well with you. I expect at the end of the week likely an update as I will then call the court employee again. […]” Klager reageerde daarop: “Thank you [verweerster] – I am calm now – that is all I wanted. Sometimes I just need to know that I have not been forgotten After 7 years – I am going crazy and losing money every day. […]” 2.6    Op 14 maart 2022 schreef verweerster aan klager: “[…] I have been in contact with the court. The courts in the Netherlands are, as I mentioned before, gradually speeden up the process of dealing wit hall the cases which have been awaiting a trail/ or court order. We can see that the courts now are seriously speeden up as we will not have as of Macch 25, 2022 any corona rules anymore and all court employees can return to their working space at the court. The court asked one question during my call. As you also paid for the costs of the house during the pending court procedure, would it be possible for you to update what you paid during that period of time and send the proof of the payments made? So the court can mention the exact amount of costs you have had for the house in The Hague in the court order,in case your ex wife might turn up and to avoid any further procedures between you and her. Although it is not expected that she might trun up or ever respond, I also believe it is best to put an update of all the costs you had for  he house thus far in the court order. How long would it take you to make that update and to end the proof of payments made to me? I can then inform the court about that and the court can take the next step.” 2.7    Op 7 september 2022 schreef verweerster aan klager: “I have been informed today by the court that the questions will be received on Friday/Saturday this week. The court will also ask me some questions in regard to wether the court can deal with the other housewhich is not in The Netherlands. As soon as I have them, I can forward them. I thought it wise to update you and thank you for all the information which I am preparing to send to the court.” 2.8    Omstreeks mei 2023 heeft klager een klacht willen indienen bij het bestuur van de rechtbank, omdat hij geen bericht ontving van de rechtbank respectievelijk de behandeling van zijn zaak erg traag verliep. Op 11 mei 2023 schreef verweerster daarover aan klager: “[…] Please do not send a complaint to the court now. I sincerely do not want the court now to be affected. I asked to give a decision on one of the requests made and expect this important decision, also jurisdiction related, Tuesday-lately Wednesday next week from the court. Please await the outcome as it is important for the case. I will update you about this further and why this partly decision is so important in your case as soon as I am back at the office Monday and then also advise you further when having received the emails.” 2.9    Klager heeft vervolgens, ondanks het verzoek van verweerster om dat niet te doen, een klacht ingediend bij het bestuur van de rechtbank. Op 16 mei 2023 heeft de rechtbank gereageerd op zijn klacht, waarin de rechtbank kenbaar maakt dat er geen zaak onder zijn naam bekend was: “On 11 May 2023 the District Court Den Haag received your complaint form. You ask what is the status of your case. I am sorry to inform you that we cannot find a case about the disposition of properties in your name. Your lawyer may provide you with further information. On this website you will find information (in Dutch) about what to do if you have a problem with your lawyer: […]” 2.10    Op 24 mei 2023 heeft klager verweerster geïnformeerd over de reactie van de rechtbank en heeft hij het voornemen geuit een schadeclaim in te willen dienen bij de rechtbank wegens de trage behandeling en het kwijtraken van zijn zaak. Klager en verweerster hebben vervolgens een gesprek gevoerd, waarin verweerster heeft aangeboden om het tot dan aan haar betaalde honorarium van bijna € 7.000,- terug te betalen omdat zij niet het beoogde resultaat heeft kunnen bewerkstelligen. Klager heeft dat aanbod geaccepteerd. 2.11    Klager heeft nadien verweerster gevraagd om het zaaknummer bij de rechtbank en alle correspondentie met de rechtbank. Verweerster heeft daarop niet gereageerd. Klager meende vanaf dat moment dat het probleem niet bij de rechtbank lag, maar dat verweerster hem vier jaar in de veronderstelling heeft laten verkeren dat er een procedure liep bij de rechtbank terwijl dat niet het geval was. 2.12    Op 14 juli 2023 heeft klagers gemachtigde bij verweerster het voornemen kenbaar gemaakt een tuchtklacht in te gaan dienen. Verweerster heeft daarop niet gereageerd. Op 28 juli 2023 is de tuchtklacht ingediend. 

3    KLACHT 3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerster zijn zaak niet voortvarend, of eigenlijk in het geheel niet, te hebben behandeld en hem gedurende vier jaar onwaarheden te hebben verteld, waarmee zij de kernwaarde integriteit heeft geschonden. Daarnaast heeft verweerster klager gedurende de periode dat verweerster voor hem optrad niet adequaat en/of volledig op de hoogte gehouden over het verloop van de behandeling van zijn zaak en heeft zij gegeven adviezen en gemaakte werkafspraken niet schriftelijk aan hem vastgelegd. 

4    VERWEER  4.1    Verweerster heeft in reactie op de klacht voorgesteld om een passende oplossing te vinden die voor klager aanvaardbaar is, onder begeleiding van een professionele mediator op kosten van verweerster. Nadat dit mediation-voorstel door klager was afgewezen, heeft verweerster verweer gevoerd op de klacht. 4.2    Verweerster meent dat de klacht dient te worden afgewezen. Verweerster ging ervan uit dat de zaak naar behoren was opgelost en afgewikkeld nadat zij het betaalde voorschot aan klager had terugbetaald, na de bespreking op 16 mei 2023. Klager heeft in die bespreking nieuwe informatie gedeeld over de woonplaats van zijn ex-partner, welke informatie hem al sinds 2022 bekend was maar die hij niet eerder met verweerster had gedeeld. Die informatie acht verweerster van belang voor de wijze van afwikkeling van de zaak. Volgens haar plaatste die (voor haar nieuwe) omstandigheid de zaak in een ander daglicht en voorzag zij daardoor een positievere ontwikkeling in de afwikkeling van de zaak dan met een verstekvonnis kon worden bereikt. Verweerster is vervolgens een memorandum gaan schrijven welke positieve ontwikkelingen die nieuwe informatie zou hebben. Op dat moment besloot klager zich echter tot een andere advocaat te wenden. 4.3    Verweerster stelt verder zorgvuldig om te zijn gegaan met de ontvangen informatie in de zaak van klager. Zij heeft tijd gestoken in uitzoekwerk, het ordenen van alle ontvangen informatie en het vertalen van Spaanstalige stukken om de belangen van klager goed te kunnen verwoorden. Zo heeft zij informatie opgevraagd bij de gemeente Den Haag over de woon- en verblijfplaats van klagers ex-partner. Die informatie heeft lang op zich laten wachten. In de tussentijd heeft verweerster alle informatie over de woning uitgezocht, waaronder de eigendoms- en hypotheekakten, en heeft zij rechtspraak doorgezocht om de afwikkeling zo goed mogelijk voor te bereiden. Verweerster heeft ook veel gecorrespondeerd met klager als zij vragen had over de ontvangen bescheiden. Verweerster benadrukt dat het een ingewikkelde kwestie betreft.  4.4    Verweerster wijst er ook op dat er vertraging is ontstaan door de coronapandemie, waardoor zij zelf ook ziek was geraakt, werkzaamheden niet naar behoren konden worden verricht door overheidsmaatregelen, gemeentes en rechtbanken waren gesloten en deurwaarders niet op pad konden.

5    BEOORDELING Toetsingskader 5.1    De klacht gaat over de dienstverlening door de (eigen) advocaat. Gezien het bepaalde bij artikel 46 van de Advocatenwet heeft de tuchtrechter mede tot taak om de kwaliteit van de dienstverlening te beoordelen indien daarover wordt geklaagd. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening moet rekening worden gehouden met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes - zoals over procesrisico en kostenrisico - waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. Deze vrijheid is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht (vergelijk Hof van Discipline 5 februari 2018, ECLI:NL:TAHVD:2018:32).  5.2    De raad zal de klacht hierna aan de hand van deze maatstaf beoordelen. Daarbij wordt opgemerkt dat binnen de beroepsgroep voor wat betreft de vaktechnische kwaliteit geen sprake is van breed gedragen, schriftelijk vastgelegde professionele standaarden. De raad toetst daarom of verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Beoordeling 5.3    De raad maakt uit het dossier op dat verweerster gedurende meerdere jaren aan klager heeft laten weten dat zij over zijn zaak contact had met (een medewerker van) de rechtbank. Daarbij deed zij het telkens voorkomen dat zij in klagers zaak een procedure bij de rechtbank aanhangig had gemaakt en dat het uitblijven van ontwikkelingen daarin te wijten was aan de trage afhandeling door de rechtbank, mede ten gevolge van de coronamaatregelen. Pas toen klager zich, tegen het advies van verweerster in, bij het gerechtsbestuur over die trage afhandeling had beklaagd bleek hem dat voor hem in het geheel geen zaak aanhangig was gemaakt. Nadere vragen van klager over het eventuele zaaknummer of haar correspondentie met de rechtbank zijn door verweerster onbeantwoord gebleven. Dat geen zaak van klager aanhangig was bij de rechtbank heeft verweerster niet betwist en ook hangende de behandeling van deze tuchtklacht heeft verweerster geen documenten overgelegd waaruit kan worden opgemaakt dat, wanneer en onder welk registratienummer zij wél voor klager een zaak bij de rechtbank had gestart. De raad kan op basis hiervan dan ook niet anders concluderen dan dat verweerster klager gedurende de (ruim) vier jaar waarin zij voor klager optrad als zijn advocaat bewust verkeerd heeft geïnformeerd over de status van zijn zaak en daarbij bovendien de rechtbank in diskrediet heeft gebracht. Al die tijd heeft de zaak van klager stilgelegen, terwijl verweerster moest begrijpen dat klager vanwege de doorlopende hypotheeklasten groot belang had bij een zo voortvarend mogelijke verkoop en verdeling van de voormalige echtelijke woning. De raad merkt in dit kader op dat uit diverse berichten van klager aan verweerster volgt dat klager belang had bij een spoedige behandeling van zijn zaak, omdat klager de hypotheeklasten voor de woning nog steeds droeg (omdat hij hoofdelijk aansprakelijk was voor de verplichtingen jegens de bank). Verweerster moet zich dus redelijkerwijs bewust zijn geweest van het belang van klager bij een snelle behandeling van zijn zaak. Verweerster heeft klager, niettegenstaande zijn al in 2021 gedane roep om hulp “I am going crazy and losing money every day”, al die tijd laten gissen naar de status van zijn zaak en niets aanwijsbaars gedaan om de kenbaar oplopende schade van haar cliënt te (doen) beperken. 5.4    Verweerster stelt weliswaar dat zij veel uitzoekwerk heeft gedaan voor klager, maar die stelling heeft zij niet kunnen substantiëren, nog daargelaten dat zij klager over haar beweerdelijke bezigheden geheel in het ongewisse heeft gelaten. Schriftelijke vastlegging van de afspraken die verweerster met klager zou hebben gemaakt over de aanpak van de zaak, de gegeven adviezen, de voor- en nadelen van mogelijke keuzes en het verloop van de behandeling, ontbreekt. Daarmee heeft verweerster eveneens in strijd gehandeld met gedragsregel 16.  5.5    Verweerster heeft aangevoerd dat zij aanvankelijk met klager heeft besproken dat een procedure over de verdeling van de woning zou (moeten) worden gevoerd, maar dat haar later is gebleken dat de ex-partner van klager geen bekende woon- of verblijfplaats had zodat openbare betekening van het inleidende processtuk nodig zou zijn en daarop waarschijnlijk een verstekvonnis zou volgen. Verweerster achtte een verstekvonnis niet in het belang van klager, al heeft zij hem – voor zover de raad kan beoordelen – destijds niet uitgelegd waarom zij het in dat licht verstandiger vond om van de eerder besproken procedure af te zien. Tot op heden heeft verweerster niet uitgelegd dat en waarom het voor de zaak van klager alsnog te verkiezen zou zijn om, bij het ontbreken van een bekende woon- of verblijfplaats van de ex-echtgenote van klager, niet aan te sturen op een procedure bij de rechtbank. Verweerster is niet verschenen op de zitting van de raad om klager, die daarvoor uit het buitenland was gekomen, (ook) daarover tekst en uitleg te geven. Gezien het door klager bij de inschakeling van verweerster als advocaat ingeroepen belang om te worden bevrijd van de hypothecaire verplichtingen, laat zo’n reden zich ook niet eenvoudig bedenken. In elk geval blijkt niet dat klager is geïnformeerd over de voor- en nadelen van een verstekveroordeling zodat hij vervolgens ook zelf een geïnformeerde keuze kon maken over het al dan niet voeren van de eerder besproken procedure. Het was aan klager zelf, en niet aan verweerster, om die keuze te maken en om klager daarover minst genomen te informeren.  Afsluitende overwegingen  5.6    Verweerster is aldus handelende in zeer ernstige mate tekortgeschoten in de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en handelend advocaat mag worden verwacht, hetgeen haar temeer moet worden aangerekend nu zij gedurende deze klachtprocedure op geen enkele wijze blijk heeft gegeven van enig zelfinzicht of deemoedigheid in de richting van haar voormalige cliënt. Meer in het bijzonder laten de stukken uit het dossier geen andere conclusie toe dan dat verweerster haar eigen cliënt bewust een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven over een gerechtelijke procedure, die feitelijk niet blijkt te zijn gestart. Daarnaast ontbreekt vastlegging van de adviezen en met klager gemaakte werkafspraken. De raad zal de klacht daarom in zijn geheel gegrond verklaren. 5.7    Geheel ten overvloede merkt de raad nog het volgende op. Namens klager is ter zitting naar voren gebracht dat verweerster tot op heden, ondanks daartoe strekkend verzoek van klager, niet heeft bevestigd dat zij de aansprakelijkstelling heeft gemeld bij haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar en/of heeft aangestuurd op een inhoudelijke reactie daarop. Omdat dit buiten de omvang van de klacht valt, is het niet aan de raad om daar nu een oordeel over te geven. De raad gaat er echter van uit dat verweerster op korte termijn, na het lezen van deze beslissing, alsnog duidelijkheid over de melding zal verschaffen. Zo niet, dan kan klager(s gemachtigde) zich tot de deken wenden voor bemiddeling of hulp bij het verkrijgen van duidelijkheid.

6    MAATREGEL 6.1    Verweerster heeft met haar handelen niet integer gehandeld en het vertrouwen in de advocatuur op zeer ernstige wijze geschaad. De raad weegt daarin mee dat het hier niet gaat om een incidentele vergissing, maar om het gedurende een lange periode bewust onjuist informeren van de eigen cliënt, die daardoor bovendien kenbaar zijn schade in rap tempo heeft zien oplopen. Door klager vervolgens te ontraden om zich bij de rechtbank over de trage afhandeling van zijn (niet bestaande) zaak te beklagen heeft verweerster ogenschijnlijk ook nog geprobeerd om haar eigen kwalijke gedrag te verhullen. De raad neemt een en ander zeer hoog op. 6.2    Ook nadat klager verweerster met zijn bevindingen had geconfronteerd, heeft zij geen uitleg gegeven over haar houding en gedrag. Dat is ook niet gebeurd nadat de klacht was ingediend en zelfs niet op de zitting bij de raad. Verweerster heeft op geen enkele wijze blijk gegeven het kwalijke van haar handelwijze in te zien. 6.3    De raad neemt bij het opleggen van een maatregel in aanmerking dat verweerster al tweemaal is berispt, voor het verstrekken van onjuiste feitelijke informatie in een procedure en het nalaten om gemaakte fouten te herstellen. Daarnaast is zij bij beslissing van 1 november 2021 (ECLI:NL:TADRSGR:2021:183) voorwaardelijk geschorst voor de duur van twee weken, wegens het tekortschieten in het adequaat communiceren met, en informeren en adviseren van, haar cliënt. De proeftijd van die voorwaardelijke schorsing, die in zoverre vergelijkbaar met de onderhavige zaak zag op verweersters communicatie en kwaliteit van rechtsbijstand, liep dus ook nog grotendeels in de periode dat verweerster deed alsof zij voor klager een zaak had lopen bij de rechtbank. 6.4    Dat alles samengenomen maakt de conclusie gerechtvaardigd dat de belangen van (toekomstige) cliënten niet meer aan verweerster kunnen worden toevertrouwd. De raad zal dan ook de verststrekkende maatregel van schrapping opleggen aan verweerster.

7    GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING 7.1    Omdat de raad de klacht gegrond verklaart, moet verweerster op grond van artikel 46e lid 5 Advocatenwet het door klager betaalde griffierecht van € 50,- aan hem vergoeden binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden. Klager geeft binnen twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerster door. 7.2    Nu de raad een maatregel oplegt, zal de raad verweerster daarnaast op grond van artikel 48ac lid 1 Advocatenwet veroordelen in de proceskosten. Ten aanzien van de reiskosten van klager ziet de raad aanleiding af te wijken van het forfaitaire bedrag uit de Richtlijn Kostenveroordeling raden van discipline 2021, aangezien klager in Valencia woont en speciaal naar Den Haag is afgereisd voor de zitting van de raad. Gebaseerd op een retourvlucht Valencia-Schiphol – €178,- voor de goedkoopste rechtstreekse vlucht aldus Skyscanner.nl – en tweemaal € 9,80 reiskosten met de NS traject Schiphol-Den Haag, zal de raad verweerster veroordelen tot vergoeding van € 200,- aan reiskosten. De raad zal verweerster in de volgende proceskosten veroordelen: a) € 200,- reiskosten van klager, b) € 750,- kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten en c) € 500,- kosten van de Staat.  7.3    Verweerster moet het bedrag van € 200,- aan reiskosten binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, betalen aan klager. Klager geeft binnen twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerster door.  7.4    Verweerster moet het bedrag van € 1.250,- (het totaal van de in 7.2 onder b en c genoemde kosten) binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, overmaken naar rekeningnummer lBAN: NL85 lNGB 0000 079000, BIC: INGBNL2A, Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling raad van discipline" en het zaaknummer.

BESLISSING De raad van discipline: -    verklaart de klacht gegrond; -    legt aan verweerster de maatregel van schrapping op, ingaande op de tweede dag na het onherroepelijk worden van deze beslissing; -    veroordeelt verweerster tot betaling van het griffierecht van € 50,- aan klager; -    veroordeelt verweerster tot betaling van de reiskosten van € 200,- aan klager, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in overweging 7.3;  -    veroordeelt verweerster tot betaling van de proceskosten van € 1.250,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in overweging 7.4.

Aldus beslist door mr. A.E.A.M. van Waesberghe, voorzitter, mrs. G. Sarier, M.P. de Klerk, F.G.L. van Ardenne en E.A.L. van Emden, leden, bijgestaan door mr. M.A.A. Traousis als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 juli 2024.