Rechtspraak
Uitspraakdatum
23-08-2024
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2024:230
Zaaknummer
240166
Inhoudsindicatie
Artikel 13-beklag. Klaagster wenst een advocaat, omdat zij advies wil over de berichten die zij van de gemeente heeft ontvangen. De deken heeft het verzoek op goede gronden afgewezen, omdat voor juridisch advies over de betekenis van de berichten van de gemeente geen advocaat is vereist. Beklag ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 23 augustus 2024 in de zaak 240166 naar aanleiding van het beklag op grond van artikel 13 Advocatenwet van:
klaagster tegen: de deken
1 DE PROCEDURE
Bij de deken
1.1 Klaagster heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet.
1.2 De deken heeft dit verzoek afgewezen met de beslissing van 1 mei 2024. De deken heeft aan de afwijzende beslissing ten grondslag gelegd dat klaagster geen advocaat nodig heeft voor het juridisch advies dat zij wenst.
Bij het hof
1.3 Klaagster heeft op 2 juni 2024 een beklag tegen de beslissing van de deken ingediend bij het Hof van Discipline (hierna: het hof).
1.4 Verder bevat het dossier: ⦁ het verweer d.d. 12 juni 2024 van de deken; ⦁ de repliek d.d. 17 juni 2024 van klaagster; ⦁ de e-mail d.d. 17 juni 2024, waarin de deken laat weten geen aanleiding te zien voor een nadere reactie.
1.5 Het hof heeft het verzoek in raadkamer behandeld op basis van de stukken uit het dossier.
2 FEITEN
Het hof stelt de volgende feiten vast.
2.1 Klaagster heeft veelvuldig contact gezocht met de gemeente Súdwest-Fryslân (verder: de gemeente), waar zij onder meer klachten heeft ingediend.
2.2 Op 23 maart 2024 heeft de teammanager Juridische en Veiligheidszaken namens het college van Burgemeester en wethouders een brief aan klaagster gestuurd, waarin klaagster verzocht wordt geen berichten meer te sturen naar de verschillende clusters en individuele medewerkers van het team. Klaagster wordt daarbij verzocht alleen nog gebruik te maken van een algemeen e-mailadres van de gemeente.
2.3 Op 17 april 2024 heeft klaagster een webformulier ingediend bij de deken met het verzoek om de aanwijzing van een advocaat. Hierin schrijft klaagster:
“Ik zou graag juridisch advies willen ontvangen van een expert (advocaat of jurist) dit valt onder de toevoeging van rechtsbijstand, omdat ik twee brieven van mijn gemeente heb ontvangen waarin een besluit staat, maar de gemeente ontkent dit. Ik heb bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de gemeente verklaart ze als niet-ontvankelijk. Voor beroep is al te laat. Ik ben er zeker van dat deze twee brieven besluiten bevatten, omdat mij dit al door een jurist en een advocaat is verteld. De jurist kan mij echter geen schriftelijk advies geven en de advocaat wil hiervoor betaald worden, wat ik me niet kan veroorloven. Vanwege een lopende klacht bij het juridisch loket kan ik hen niet raadplegen. Ik kan niets doen zonder het advies van een expert, omdat de gemeente mijn juridische verklaringen niet in aanmerking neemt omdat ik geen expert ben. Met het advies kan ik verzoeken om herziening van de beslissingen op mijn bezwaar.”
2.4 Diezelfde dag heeft (een medewerker van) de deken klaagster, samengevat, geïnformeerd dat de Advocatenwet de aanwijzing van een advocaat voorschrijft voor procedures, die alleen gevoerd kunnen worden met de bijstand door een advocaat. De deken wijst er daarbij op dat voor bezwaar- en beroepsprocedures de bijstand van een advocaat niet verplicht is. De deken heeft klaagster om meer informatie verzocht over de procedure die zij zou willen voeren en om nadere stukken ter beoordeling van het verzoek om aanwijzing van een advocaat.
2.5 Klaagster heeft per e-mail van dezelfde dag met stukken gereageerd op het informatieverzoek van de deken. Klaagster schrijft dat de besluiten door de gemeente zijn genomen zonder een bezwaarclausule en juridische motivatie, wat doet vermoeden dat de auteur had bedacht dat die berichten geen formele besluiten zijn. Het gaat klaagster erom dat een bestuursorgaan geen bevelen kan opleggen aan een burger. Ook licht zij toe dat zij juridisch advies nodig heeft en niet terecht kan bij het juridisch loket vanwege daar lopende klachtprocedures.
2.6 Bij beslissing van 1 mei 2024 heeft de deken het verzoek afgewezen. Het is de deken niet duidelijk waarop het verzoek ex artikel 13 Advocatenwet is gericht. Niet is gebleken van besluiten waartegen een rechtsmiddel openstaat. Gezien de door klaagster overgelegde correspondentie gaat het om de wijze waarop klaagster correspondeert dan wel om wie zij als adressanten aanschrijft. Hieruit blijkt niet dat klaagster een procedure wil voeren waarin klaagster niet zelf kan procederen, maar een advocaat nodig heeft.
3 BEKLAG EN VERWEER
Gronden van het beklag
3.1 Klaagster stelt dat de deken het verzoek ten onrechte heeft afgewezen, omdat zij juridisch advies nodig heeft over de brieven van de gemeente die niet als besluiten zijn erkend. Volgens klaagster zijn de brieven van de gemeente als besluiten te beschouwen. Klaagster hoeft geen advocaat om in beroep te gaan, maar zij wil enkel juridisch advies over de juridische aard van deze communicatie van de gemeente. Bovendien schendt de gemeente klaagsters privacy door te beslissen dat klaagster haar correspondentie enkel nog naar een algemene inbox mag sturen.
Verweer
3.2 De deken heeft aangevoerd dat zij geen advocaat aanwijst, omdat voor juridisch advies geen advocaat is vereist. Andere juristen kunnen ook juridisch advies geven.
4 BEOORDELING
Toetsingskader
4.1 Op grond van artikel 13 Advocatenwet kan een rechtzoekende die niet (tijdig) een advocaat bereid vindt hem bij te staan in een zaak waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven of bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden, zich wenden tot de deken met het verzoek een advocaat aan te wijzen. De deken kan een verzoek op grond van dit artikel alleen wegens gegronde redenen afwijzen. Een dergelijke reden kan onder meer bestaan indien de door klager gewenste procedure geen verplichte procesvertegenwoordiging kent, of indien de procedure geen redelijke kans van slagen heeft.
Overwegingen hof
4.2 Uit de stukken maakt het hof op dat klaagster juridisch advies wenst over (de juridische aard van) de beslissing van de gemeente over de wijze waarop klaagster correspondeert met de gemeente. Zoals de deken op goede gronden aanvoert, hoeft de deken op grond van de Advocatenwet alleen een advocaat aan te wijzen voor procedures, waarin juridische bijstand alleen door een advocaat verleend kan worden en niet door andere juristen. Dat is hier niet het geval. Andere juristen kunnen ook een juridisch advies geven over klaagsters situatie. De deken heeft daarom klaagsters verzoek om aanwijzing van een advocaat op goede gronden afgewezen.
4.3 Het beklag is om die reden ongegrond.
5 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het beklag van klaagster tegen de beslissing van 1 mei 2024 van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland ongegrond.
Deze beslissing is genomen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd en R.N.E. Visser, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2024.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 23 augustus 2024.