Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-07-2024

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2024:169

Zaaknummer

23-639/AL/MN

Inhoudsindicatie

ongegrond verzet

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 juli 2024 in de zaak 23-639/AL/MN naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 20 november 2023 op de klacht van:

klager 

over

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1    Op 22 maart 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2    Op 19 september 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 1852828 HH/SD van de deken ontvangen.  1.3    Bij beslissing van 20 november 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 20 december 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.  1.4    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 29 april 2024. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig.  1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2    VERZET 2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in: I)    de voorzitter heeft ten onrechte overwogen dat verweerder op zorgvuldige wijze met klager heeft gecommuniceerd over de te nemen stappen en de gevolgen daarvan. Dit terwijl verweerder ondanks verzoeken van klager op verschillende momenten geen  afspraken heeft gemaakt om zaken door te spreken en verweerder bovendien achter de rug van klager om contact met de deskundige arts heeft gehad; II)    de voorzitter heeft miskend dat het onredelijk lang heeft geduurd, meer dan een maand, voordat verweerder de zaak aan klager heeft toegestuurd. 2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING 4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard.  4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

 BESLISSING De raad van discipline: -    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mrs. W.W. Korteweg en A.E. Mulder, leden, bijgestaan door mr. M.M. Goldhoorn als griffier en uitgesproken in het openbaar op 8 juli 2024. 

 

Griffier                                  Voorzitter   Verzonden d.d. 8 juli 2024