Rechtspraak
Uitspraakdatum
06-05-2024
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2024:64
Zaaknummer
23-801/DB/OB
Inhoudsindicatie
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 6 mei 2024 in de zaak 23-801/DB/OB naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 23 januari 2024 op de klacht van:
klager
over:
verweerster per 14 juni 2022 op eigen verzoek geschrapt van het tableau
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 6 juli 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht tegen verweerster ingediend. 1.2 Op 17 november 2023 heeft de raad het dossier met kenmerk 48|22|128K van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 23 januari 2024 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. 1.4 Op 19 februari 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. 1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 25 maart 2024. Verschenen zijn klager noch verweerster. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 FEITEN EN KLACHT
Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
3 VERZET De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in: Verweerster heeft in strijd met de waarheid verklaard dat klager haar heeft bedreigd en discriminerende uitlatingen heeft gedaan. Door de klacht wegens het ontbreken van feitelijke grondslag ongegrond te verklaren, faciliteert de voorzitter het zonder grenzen en zonder enig bewijs presenteren van leugens als feiten.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline: verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. E. Loesberg, voorzitter, mrs. M.M.C. van de Ven en J.A. Bloo, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg als griffier en uitgesproken op 6 mei 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 6 mei 2024