Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

29-04-2024

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2024:106

Zaaknummer

23-527/AL/GLD

Inhoudsindicatie

Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 29 april 2024 in de zaak 23-527/AL/GLD

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 9 oktober 2023 op de klacht van:

 

klager 

over

verweerster

 

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Op 13 februari 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 1.2    Op 27 juli 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K23/32 van de deken ontvangen.  1.3    Bij beslissing van 9 oktober 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 6 november 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.  1.4    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 26 februari 2024. Daarbij waren klager en verweerster aanwezig.  1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. 

 

2    VERZET

2.1    De grond van het verzet houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster de door klager verstrekt opdracht niet zorgvuldig heeft uitgevoerd omdat zij een onjuist advies heeft gegeven. De voorzitter heeft ten onrechte geoordeeld dat de klacht hierover van klager kennelijk ongegrond is.   2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 

 

3    FEITEN EN KLACHT

3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

 

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

 

BESLISSING  

De raad van discipline:

-    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. P.F.A. Bierbooms, voorzitter, mrs. A.E. Mulder en H. van Katwijk, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op  29 april 2024.

Griffier    Voorzitter

 

 

Verzonden op : 29 april 2024.