Rechtspraak
Uitspraakdatum
18-03-2024
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2024:71
Zaaknummer
23-598/AL/MN
Inhoudsindicatie
De raad verklaart het verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 18 maart 2024 in de zaak 23-598/AL/MN naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 30 oktober 2023 op de klacht van:
klager oververweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 17 november 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2 Op 29 augustus 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2150377 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 30 oktober 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard Op 28 november 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. 1.4 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 22 januari 2024. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig. 1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail met bijlagen van verweerder van 22 december 2023.
2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet zijn genoemd in het verzetschrift en door klager op de zitting van de raad nader toegelicht. Het verzet houdt – kort gezegd – in dat verweerder in de ogen van klager vele keren doelbewust stellingen heeft ingenomen die in strijd met de waarheid zijn. De beslissing van de voorzitter op dat punt is onjuist, aldus klager.
3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING De raad van discipline: - verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. P.Th. Mantel en A.W. Siebenga, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 18 maart 2024.
Griffier Voorzitter Verzonden d.d. 18 maart 2024