Rechtspraak
Uitspraakdatum
16-02-2024
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2024:58
Zaaknummer
230321
Inhoudsindicatie
Verzet tegen een voorzittersbeslissing te laat ingediend en daarmee niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 16 februari 2024
in de zaak 230321
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET VERZET
1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 23 november 2023 van de plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline. In deze beslissing is het verzoek van klager om een deken aan te wijzen om onderzoek te doen naar een klacht tegen verweerder afgewezen. De beslissing is onder nummer ECLI:NL:TAHVD:2023:226 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
1.2 Klager heeft op 13 december 2023 tegen deze beslissing verzet ingesteld.
1.3 Het hof heeft het verzet in raadkamer behandeld.
2 DE VERZENDING VAN DE BESLISSING
2.1 De beslissing is op 23 november 2023 per aangetekende e-mail naar partijen gestuurd. Voor verzending aan klager is daarbij gebruik gemaakt van (…)@live.nl
2.2 Uit het zogenaamde statusoverzicht aangetekende mail blijkt dat de e-mail van het hof op 23 november 2023 is verstuurd en afgeleverd. Op 28 november 2023 en 3 december 2023 zijn herinneringen verstuurd. Op 6 december 2023 is de aangetekende e-mail aan klager automatisch verwijderd vanwege het verstrijken van de ophaaltermijn.
2.3 Op 11 december 2023 heeft klager het hof laten weten dat hij een bericht van het hof had ontvangen dat hij niet kon openen.
2.4 Op 12 december 2023 heeft het hof de beslissing nog eens naar klager gestuurd, per gewone e-mail.
3 BEOORDELING
3.1 Binnen veertien dagen na de verzending van de beslissing kan verzet tegen die beslissing worden ingesteld. Klager was daarvan op de hoogte, althans had daarvan op de hoogte kunnen zijn, omdat de termijn van verzet onderaan de beslissing van 23 november 2023 is vermeld.
3.2 De beslissing van de voorzitter is verzonden op 23 november 2023. Dit betekent dat de termijn van verzet liep tot en met 7 december 2023.
3.3 Klager heeft in een e-mail van 19 december 2023 toegelicht waarom het verzet pas op 13 december 2023 is ingesteld. Klager stelt dat het hof de beslissing twee dagen voordat het verzet is ingediend, heeft toegestuurd. Volgens klager is de beslissing daar voor niet gestuurd, althans ontving hij de beslissing “in de ongewenste box”. Klager stelt dat de beslissing per post verstuurd had moeten worden.
3.4 De stellingen van klager leiden niet tot de conclusie dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
3.5 Het hof stelt voorop dat het hiervoor in 2.1 genoemde e-mailadres correct is; het is het e-mailadres dat klager heeft gebruikt in zijn correspondentie met de deken en het hof. De communicatie tussen het hof en klager verliep ook telkens via e-mail en dit e-mailadres. Dat de aangetekende e-mail in de ongewenste box terecht kwam - het hof neemt aan dat de klager de spambox bedoelt - is daarmee een omstandigheid die voor risico van klager komt. Verder geldt dat de beslissing al op 23 november 2023 is verzonden. Dat klager pas na het verstrijken van de termijn van verzet aan het hof heeft laten weten dat hij een eerder ontvangen bericht niet kon openen en dat hij pas na het verstrijken van de termijn van verzet kennis heeft genomen van de voorzittersbeslissing is ook een omstandigheid die voor risico van klager komt.
3.6 Het hof komt dan ook tot de slotsom dat klager niet in zijn verzet kan worden ontvangen.
4 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
4.1 verklaart het verzet van klager niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. B.J.R. van Tongeren en I.P.A. van Heijst, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2024.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 16 februari 2024.