Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-01-2024

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2024:6

Zaaknummer

23-390/A/A

Inhoudsindicatie

Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 15 januari 2024  in de zaak 23-390/A/A naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 28 augustus 2023 op de klacht van:

klager       over:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1    Op 2 december 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 1.2    Op 3 juni 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2167615/JS/FS van de deken ontvangen.  1.3    Bij beslissing van 28 augustus 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen. 1.4    Op 25 september 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift dezelfde datum ontvangen.  1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 27 november 2023. Daarbij is niemand verschenen.  1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. 

2    VERZET 2.1    Het verzet houdt, in de kern, in dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Voor wat betreft de inhoud van het verzet wordt verder verwezen naar het verzetschrift.   2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 

3    FEITEN EN KLACHT 3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING 4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Waarom dit anders zou zijn, heeft klager niet toegelicht. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. 4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. K.M. van Hassel, voorzitter, mrs.  C.C. Horrevorts en D. Horeman, leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 januari 2024.

Griffier    Voorzitter

Verzonden op:  15 januari 2024