Rechtspraak
Uitspraakdatum
15-01-2024
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2024:4
Zaaknummer
23-549/A/NH
Inhoudsindicatie
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 15 januari 2024 in de zaak 23-549/A/NH naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 4 september 2023 op de klacht van:
klager
over:
verweerster gemachtigde: mr. C. Crince Le Roy
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 7 februari 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 1.2 Op 3 augustus 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk re/ss/23-079/2209780 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 4 september 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen. 1.4 Op 28 september 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 27 november 2023. Daarbij waren klager en verweerster met haar gemachtigde aanwezig. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in. In de beslissing zou zijn miskend dan wel niet meegewogen: - dat verweerster heeft nagelaten bewijsstukken in te brengen om aan te tonen dat valse verzekeringspapieren waren ingediend door mevrouw L, - dat verweerster akkoord had moeten gaan met de voorgestelde schadevergoeding van € 3.000 en - dat uit de brieven met nummers 16 en 17 blijkt dat verweerster in het geheim is gaan werken. 2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. 4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING: De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. K.M. van Hassel, voorzitter, mrs. C.C. Horrevorts en D. Horeman, leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 januari 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 15 januari 2024