Rechtspraak
Uitspraakdatum
08-01-2024
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2024:2
Zaaknummer
23-326/DH/RO
Inhoudsindicatie
Verzet niet-ontvankelijk. Te laat.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 8 januari 2024 in de zaak 23-326/DH/RO naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 12 juli 2023 op de klacht van:
klager gemachtigde: R. Solti
over:
verweerder gemachtigde: mr. D.K. Baas
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 16 november 2022 is namens klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2 Op 15 mei 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk R 2023/31 van de deken ontvangen. 1.3 De plaatsvervangend voorzitter van de raad heeft bij beslissing van 12 juli 2023 (hierna: de voorzittersbeslissing) de klacht deels niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet en voor het overige kennelijk ongegrond. Deze beslissing is diezelfde dag verzonden aan partijen. 1.4 Op 16 augustus 2023 is namens klager verzet ingesteld tegen de voorzittersbeslissing. De raad heeft het verzetschrift op 16 augustus 2023 ontvangen. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 27 november 2023. Daarbij was de gemachtigde van klager (via videoverbinding) aanwezig. Verweerder en zijn gemachtigde zijn – met voorafgaand bericht – niet ter zitting verschenen.
2 ONTVANKELIJKHEID VERZET 2.1 Voordat de raad het verzet inhoudelijk kan beoordelen, moet de raad ambtshalve vaststellen of klager kan worden ontvangen in het verzet. Op grond van artikel 46 lid 1 van de Advocatenwet kan een klager tegen een voorzittersbeslissing binnen 30 (dertig) dagen na de dag van verzending van de beslissing verzet instellen bij de raad van discipline. 2.2 Namens klager is aangevoerd dat uitgegaan moet worden van de datum 17 juli 2023 als verzenddatum. Op die datum heeft klager een bericht ‘Aangetekend Mailen’ van de (griffie van de) raad ontvangen. Klager heeft vervolgens de aangetekende mail opgevraagd en daarop ontving klager een e-mail van de raad, gedateerd op 17 juli 2023, met de voorzittersbeslissing als bijlage. Klager heeft niet anders begrepen dan dat de beslissing op 17 juli 2023 is toegezonden en dat de verzettermijn daarmee vanaf 18 juli 2023 is gaan lopen. Het verzet is dus binnen de gestelde termijn ingediend. 2.3 De raad overweegt dat het dossier een zogenaamd ‘statusoverzicht aangetekende mail’ bevat, waaruit blijkt dat de voorzittersbeslissing op 12 juli 2023 via een aangetekend e-mailbericht aan de gemachtigde van klager is verzonden. Op die datum is de aankondiging ‘Aangetekend mailen’ ook bij de gemachtigde van klager afgeleverd. Daarmee staat vast dat de beslissing op 12 juli 2023 is verzonden. De termijn van 30 dagen is op die datum gaan lopen en het verzet diende daarmee uiterlijk op 11 augustus 2023 ingediend te zijn. Het verzet is echter pas op 16 augustus 2023 ingediend. De raad zal beoordelen of sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. 2.4 Uit het statusoverzicht volgt dat op 17 juli 2023 automatisch een herinnering ‘Aangetekend mailen’ naar de gemachtigde van klager is gestuurd, omdat de aangetekende mail kennelijk nog niet was opgevraagd. Vervolgens is de aangetekende e-mail alsnog diezelfde dag opgevraagd. Daarbij heeft het systeem van aangetekend mailen kennelijk de datum van de dag van opvragen, 17 juli 2023, bovenaan de e-mail van de raad geplaatst. Gemachtigde heeft daaruit afgeleid dat de beslissing op 17 juli 2023 zou zijn verzonden. Naar het oordeel van de raad ten onrechte. De gemachtigde van klager kon niet gerechtvaardigd vertrouwen op die datum als zijnde de verzenddatum. In het automatisch gegenereerde herinneringsbericht ‘ Aangetekend mailen’ van 17 juli 2023 staat in de onderwerpregel van het bericht dat het om ‘een herinnering’ gaat. Ook staat in de specificaties van de mail de oorspronkelijke verzenddatum vermeld onder ‘’zenddatum’. Ook op de voorzittersbeslissing zelf staat, onder de ondertekening, de verzenddatum van 12 juli 2023 vermeld. 2.5 Het is de raad duidelijk dat (de gemachtigde van) klager zich in de datum heeft vergist. Hoewel niet onbegrijpelijk, komt dit voor rekening en risico van klager. De beslissing is op 12 juli 2023 aan de gemachtigde van klager verzonden en die datum is dan ook leidend. Van verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. 2.6 Het verzet is om die reden niet-ontvankelijk. Aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet komt de raad niet toe.
BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. A. van Luijck, voorzitter, mrs. M.F. Laning en D.M. de Knijff, leden, bijgestaan door mr. C.M. van de Kamp als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 januari 2024.