Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-12-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2023:392

Zaaknummer

23-116/AL/GLD

Zaaknummer

23-117/AL/GLD

Zaaknummer

23-118/AL/GLD

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 21 december 2023 in de zaken 23-116/AL/GLD, 23-117/AL/GLD, 23-118/AL/GLD naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 15 mei 2023 op de klachten van:

klaagster 1. klaagster 2. klaagster 3. tezamen ook: klaagsters gemachtigde: mr. [F], advocaat te [plaats] oververweerder 1. (23-116/AL/GLD)verweerder 2. (23-117/AL/GLD)verweerster 3. (23-118/AL/GLD) tezamen ook: verweerders gemachtigde: mr. [B], advocaat te [plaats]

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 18 maart 2021 hebben klaagsters bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerders. 1.2 Op 6 februari 2023 heeft de raad het klachtdossiers met kenmerken K 21/64, K 21/65 en K 22/157 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 15 mei 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klachten kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. 1.4 Op 9 juni 2023 hebben klaagsters verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 27 november 2023. Daarbij waren aanwezig klaagster 1., klaagster 2., de gemachtigde van klaagsters, verweerder 1., verweerder 2., [R. van W] (bestuurder van verweerder 3.) en de gemachtigde van verweerders. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail met bijlage van klaagsters van 7 november 2023.

2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in. - Gelet op de inhoud van het arrest van het hof Amsterdam van 12 november 2019 is de conclusie dat de klacht strandt op het ne-bis-in-idem beginsel onjuist. - Klaagsters 1. en 2. waren niet de klagers in de vorige klacht. Door de nieuwe klacht van klaagsters 1. en 2. niet-ontvankelijk te verklaren, ontneemt de voorzitter hen een effectieve toepassing van het tuchtrecht. - De voorzittersbeslissing is wat betreft de klacht over verweerster 3. niet in lijn met het arrest van het hof Amsterdam. Het gaat in essentie om een kantoorbeleid van verweerster 3. dat niet heeft voorkomen dat bij het kantoor in dienst zijnde advocaten zijn gaan optreden tegen een eigen cliënte. Daarmee is voldaan aan hetgeen het Hof van Discipline aangaande klachten tegen kantoren heeft gesteld. 2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komen klaagsters in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen, moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagsters aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. 4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING De raad van discipline: - verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. E.M.G. Pouls en M.W. Veldhuijsen, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 december 2023.

Griffier                                                                                                                                               Voorzitter   Verzonden d.d. 21 december 2023