Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-07-2023
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2023:241
Zaaknummer
230182
Inhoudsindicatie
Klacht niet verwezen.
Uitspraak
Beslissing van de voorzitter van
het Hof van Discipline
van 13 juli 2023
in de zaak 230182
in de klachtzaak van:
klager
tegen:
verweerster
1 HET VERZOEK
1.1 In een e-mail van 28 juni 2023 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland laten weten dat klager een klacht heeft ingediend tegen verweerster. Omdat verweerster lid is van de raad van discipline is in het ressort Arnhem-Leeuwarden waar zij advocaat is heeft de deken de voorzitter van het hof verzocht om verwijzing van de klacht naar een raad van discipline in een ander ressort voor behandeling en beoordeling.
2 DE BEOORDELING
2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46aa lid 3 van de Advocatenwet wordt een klacht tegen een lid van een van de raden van discipline in beginsel voor behandeling verwezen naar een raad in een ander ressort. De voorzitter zal het verzoek echter afwijzen en overweegt daartoe het volgende.
2.2 Klager heeft op 23 mei 2023 via een webformulier een klacht ingediend over verweerster. Volgens klager heeft verweerster op 8 mei 2023 klachtwaardig gehandeld. Volgens de bij het formulier gevoegde brief klaagt klager over het volgende:
“(…) De uitspraak op verzet Raad van Discipline 22-249/AL/OV d.d. 8 mei 2023, heeft na de wending 10 mei 2023 tot Nederlandse Orde van Advocaten met verzoek “Wet open overheid” aansprakelijkheid/ verzekeringspolis, 17 mei 2023 hoger beroep doen instellen op Hof van Discipline: zaaknr. 230127:
1) Enig stafjuriste “Overijssel” had de inleidende tuchtklacht dezerzijds van 18 januari 2021(…), ondervangen met 10 juni 2021 een geheel eigen bedenksel, waarop onderzoek beperkt tot bedenksel (niet op tuchtklacht...) met op onderzoek bedenksel: Dekenvisie 22 januari 2022.
2) Ofschoon daarop 29 januari 2022 AVG-opgave gedaan tot “verwijdering/wissen/correctie” persoonsgegevens -thans: (ab)RvS 202204906/1/A3- is vervolgens zonder aanpassing tot voorlegging gekomen met “voorzittersbeslissing” op bedenksel i.p.v. tuchtklacht resultaat (…); aldus deed in ieder geval afvragen: waartoe überhaupt een € 50,= aan griffierecht voldaan.
3) Het instellen verzet, daar het geheel op bedenksel des stafjuriste “Overijssel” volgend, niets van doen had met mijn -buiten “voorzittersbeslissing” gehouden…- inleidende tuchtklacht, is afgedaan 8 mei 2023 met “ongegrond” (..), onder uitsluiting (..) van instellen hoger beroep 3.
Resteert de vraag of de deelname aan dit alles als lid Raad van Discipline bij de beslissing op verzet zijdens beklaagde, tot de “norm” des Advocatuur behoort, weshalve gaarne een onderzoek uwerzijds.”
2.3 De voorzitter stelt op grond van de gepubliceerde uitspraak in zaak 22-249/AL/OV vast dat verweerster heeft geoordeeld over het door klager in die zaak ingediende verzet. Het recht om een tuchtklacht tegen een advocaat in te dienen is echter niet bedoeld om het oordeel van de tuchtrechter in een andere zaak aan de kaak te stellen. Daar komt bij dat de ‘klacht’ zoals hiervoor is weergegeven onbegrijpelijk is.
2.4 De voorzitter is van oordeel dat van de deken niet kan worden gevergd dat deze ‘klacht’ van klager in behandeling wordt genomen. De voorzitter zal de zaak ook niet voor behandeling en beoordeling verwijzen naar een andere raad van discipline.
3 BESLISSING
De voorzitter van het Hof van Discipline:
3.1 Wijst het verzoek tot verwijzing af.
Deze beslissing is gewezen op 13 juli 2023 door mr. J.C.A.T. Frima, plaatsvervangend voorzitter.
Plaatsvervangend voorzitter
De beslissing is verzonden op 13 juli 2023.