Rechtspraak
Uitspraakdatum
20-11-2023
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2023:341
Zaaknummer
22-909/AL/MN
Inhoudsindicatie
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 20 november 2023 in de zaak 22-909/AL/MN naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 30 januari 2023 op de klacht van: klager oververweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 21 maart heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 1.2 Op 16 november 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 1851994/FB/SD van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 30 januari 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. 1.4 Op 27 februari 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 25 september 2023. Daarbij waren klager en verweerster aanwezig. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet zijn opgenomen in het verzetschrift van klager. 2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Ook in de verzetprocedure is niet vast komen te staan dat verweerster feiten heeft geponeerd waarvan zij wist of redelijkerwijs kon weten dat deze onjuist waren. Ook is niet gebleken dat verweerster bewust onjuist vertaalde stukken aan de rechter heeft overgelegd. Dat betekent dat de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond heeft bevonden. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING De raad van discipline: - verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. G.F. van den Berg, voorzitter, mrs. M.W. Veldhuijsen en E.H. de Vries, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 20 november 2023.
Griffier Voorzitter Verzonden d.d. 20 november 2023