Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-12-2023

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2023:238

Zaaknummer

230326

Inhoudsindicatie

Geen doorbreking appelverbod. Voor zover klager meent dat het beroep zich zou kunnen richten tegen de beslissing van de raad van 28 februari 2022 (zaaknummer 22-038/A/NH), waar de klacht van klager tegen mr. W(..) kennelijk niet-ontvankelijk dan wel ongegrond is verklaard, is klager niet-ontvankelijk in zijn beroep. Klager is in die zaak door de raad gehoord. Dat de uitkomst van die klacht voor klager onwelgevallig is geweest, betekent niet dat de raad klager ook in de onderhavige zaak door de raad gehoord had moeten worden en dat bij het achterwege blijven hiervan, fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden.  De door klager aangevoerde gronden raken niet aan fundamentele rechtsbeginselen, maar zien op een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Beroep van klager niet-ontvankelijk. 

Uitspraak

Beslissing van 15 december 2023

in de zaak 230326

 

naar aanleiding van het hoger beroep van:

 

                                     

klager

 

tegen:

 

verweerder

 

 

1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 14 november 2022 van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Arnhem-Leeuwarden (zaaknummer: 22-693/AL/OV). In deze beslissing is de klacht van klager, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond verklaard.

1.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRARL:2022:352 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

1.3 Klager heeft tegen deze beslissing verzet ingesteld. De raad heeft in een beslissing van 23 oktober 2023 het verzet van klager ongegrond verklaard (hierna: de beslissing op verzet).

1.4 De beslissing op verzet is onder ECLI:NL:TADRARL:2023:282 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

 

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF 

2.1 Het hoger beroepschrift van klager tegen de beslissing op verzet is op 3 november 2023 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2 Verder bevat het dossier van het hof de stukken van de raad.

2.3 De zaak is in raadkamer behandeld.

 

3 BEOORDELING

3.1 Het beroep van klager is gericht tegen de beslissing op verzet van 23 oktober 2023. Het hof begrijpt de stelling van klager zo dat de raad in zijn optiek geen beslissing heeft genomen op zijn verzet en de door klager jegens mr. W ingediende klacht onbesproken heeft gelaten. Klager is in de zaak die heeft geleid tot de voorzittersbeslissing van 14 november 2022 niet door de raad gehoord. Ook heeft klager geen proces-verbaal van de zitting van 28 augustus 2023 bij de raad, ontvangen.

maatstaf

3.2 Artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een beslissing van de raad waarbij het verzet tegen een voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk of ongegrond is verklaard. Er kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt, als de procedure bij de raad geen eerlijk proces betrof doordat bij de behandeling van het verzet door de raad een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden. Dan kan het appelverbod worden doorbroken. Het hof zal onderzoeken of daarvan sprake is.

overwegingen hof

3.3 Het hof merkt om te beginnen op dat ter beoordeling voorligt de vraag of het appelverbod wordt doorbroken in de zaak tegen verweerder met zaaknummer 22-693/AL/OV. Voor zover klager meent dat het beroep zich zou kunnen richten tegen de beslissing van de raad van 28 februari 2022 (zaaknummer 22-038/A/NH), waar de klacht van klager tegen mr. W kennelijk niet-ontvankelijk dan wel ongegrond is verklaard, is klager niet-ontvankelijk in zijn beroep. Klager is in die zaak door de raad gehoord. Dat de uitkomst van die klacht voor klager onwelgevallig is geweest, betekent niet dat de raad klager ook in de onderhavige zaak (zaaknummer 22-693/AL/OV) door de raad gehoord had moeten worden en dat bij het achterwege blijven hiervan, fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden. Het beroep faalt reeds daarom.

 

3.4 Ook overigens is het hof van oordeel dat de door klager aangevoerde gronden niet raken aan fundamentele rechtsbeginselen, zoals bijvoorbeeld de schending van hoor en wederhoor of het recht op een eerlijk proces en feitelijke grondslag missen. Daarnaast zien de door klager aangevoerde gronden hoofdzakelijk op - het al dan niet achterwege blijven van - een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Dergelijke klachten leveren naar vaste jurisprudentie geen grond op voor doorbreking van het appelverbod (vergelijk: HvD 11 september 2023, ECLI:NL:TAHVD:2023:157). Gelet hierop slaagt ook daarom het beroep van klager niet.

 

slotsom

 

​​​​​​​3.5 De slotsom is dat klager geen feiten en omstandigheden heeft aangedragen waaruit volgt dat hij bij de raad geen eerlijk proces heeft gehad. Het hof concludeert dan ook dat het appelverbod niet kan worden doorbroken. Klager kan dan ook niet in hoger beroep worden ontvangen.

 

4 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

 

​​​​​​​4.1 verklaart het beroep van klager niet-ontvankelijk.

 

Deze beslissing is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima, voorzitter, mrs. J.D, Streefkerk en R.N.E. Visser, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Bor, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2023.

 

                                                                                                            

 

griffier                                                                                                       voorzitter             

 

De beslissing is verzonden op 15 december 2023 .