Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-06-2023

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2023:255

Zaaknummer

230132

Inhoudsindicatie

Klacht niet verwezen. 

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 8 juni 2023

in de zaak 230132

                                     

naar aanleiding van de klacht van:

                                     

klager

tegen:

verweerder

 

1 DE FEITEN EN HET VERZOEK

1.1 Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Rotterdam onderzoek gedaan naar een klacht van klager tegen mr. S.

1.2 Nadat verweerder het onderzoek had afgerond en zijn visie op de klacht had gegeven, heeft klager hem laten weten niet in staat te zijn het griffierecht te betalen dat noodzakelijk is voor doorzending van de klacht naar de raad van discipline. Op 14 april 2023 om 12.53 uur heeft verweerder als volgt gereageerd:

In goede orde ontving ik uw e-mail van 13 april 2023, waarin u aangeeft het griffierecht niet te kunnen betalen. Gelet daarop wijs ik u erop dat u wellicht bijzondere bijstand aan kunt vragen bij de gemeente waar u woont. Wel dient u dit zo snel mogelijk te doen, omdat u uiterlijk 1 mei 2023 het griffierecht dient te hebben voldaan.

1.3 Op 14 april 2023 om 14.43 uur heeft verweerder het volgende aan klager geschreven:

In goede orde ontving ik uw e-mail van 14 april 2023. Ik begrijp dat u het griffierecht niet kunt betalen, maar helaas heb ik dan geen andere oplossing voor u, omdat wettelijk bepaald is dat het griffierecht betaald moet worden (en ook nog eens binnen vier weken na de dag van verzending van de visie).

1.4 Op 21 april 2023 heeft verweerder het volgende aan klager geschreven:

De Raad van Discipline accepteert geen zaken waarin het griffierecht niet is voldaan. Dit is recent nog besproken in een overleg dat ik had met de Raad van Discipline. Ik kan hierin dus niets voor u betekenen.

1.5 Op 10 mei 2023 heeft verweerder het volgende geschreven aan klager:

In goede orde ontving ik uw e-mails van 25, 26 april en 10 mei 2023.

In reactie daarop wijs ik u er nogmaals op dat de Raad van Discipline geen zaken accepteert waarin het griffierecht niet tijdig is voldaan. De Raad van Discipline is daar heel strikt in en accepteert geen verzoeken om uitstel.

De termijn waarbinnen het griffierecht voldaan had moeten zijn, is inmiddels verstreken, zodat ik over zal gaan tot sluiting van dit dossier.

1.6 Klager heeft dezelfde dag als volgt gereageerd:

Ik heb voor de termijn was verstreken meerdere keren gevraagd om uitstel van betaling en heb de situatie uitgelegd u heeft data niet op geantwoord. Wilt u nu uitstel geven anders ga ik opnieuw klacht indienen over u

1.7 Op 11 mei 2023 heeft verweerder een klacht ingediend tegen verweerder. De klacht luidt als volgt:

Wat is uw klacht? *

Hij heeft hele belangrijke klacht natuurlijk niet onafhankelijk weer behandeld zie eerdere berichten over [verweerder] maar hij stuurt ook bewust niet naar de raad terwijl dat moet hij zei griffierkosten moesten voor 1 mei betaald worden ik heb hem de situatie meerdere keren vvoor 1 mei uitgelegd en gevraagd om uitstel betaling hij heeft bewust niet gereageerd en nu zegt hij dat de termijn is oversteken en de klacht over corruptie complot valsheid in geschriften gemeen oplichten van [mr. S] niet doorgestuurd word naar de raad.

Wilt u uw klacht onderbouwen *

Ik heb [verweerder] 3 x aangeklaagd het is een hele gemene corrupte persoon want hij heeft automatische vijandelijke haat en of corruptie dat staat vast

Beschrijf de achterliggende zaak bij uw klacht

De klacht was dat [mr. S] de corruptie van Achmea heb ik bewezen openlijke onterechte boete 30k openlijk gemeen tegen de wet me huis laten veilen waardoor ik restschuld heb 80k en vanaf het begin de volgens de wet handelen want hij moest me dagvaarden hij heeft dat bewust niet gedaan achteraf gaf die zelf toe dat hij van zich zelf al wist dat ik niet in Zeeland verblijf want het huis was volgens hem onbewoond en onbewoonbaar dat zegt ook al genoeg. En achteraf blijkt dat hij met precies mijn 3contactpersonen van Achmea [namen] en mijn schade behandelaar [naam] contact heeft openlijk. Daar gingen mijn klachten oa tegen [mr. S]

1.8 Op 22 mei 2023 heeft verweerder de klacht doorgestuurd naar het hof met het verzoek aan de voorzitter van het hof om de klacht te verwijzen naar een andere deken voor onderzoek en behandeling.

 

2 DE BEOORDELING

2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet dient een klacht tegen een deken te worden verwezen naar een deken van een andere orde. De voorzitter besluit in deze zaak echter tot afwijzing van het verwijzingsverzoek en licht dat als volgt toe.

2.2 Klager verwijt verweerder dat hij de klacht tegen mr. S niet heeft doorgestuurd. Naar het oordeel van de voorzitter betreft het geen serieus te nemen klacht die voor verwijzing in aanmerking komt. Het is immers klager die heeft verzuimd om tijdig griffierecht te voldoen. Dat de klacht tegen mr. S niet is doorgestuurd naar de raad valt daarmee in de risicosfeer van klager.

2.3 De voorzitter neemt bij het besluit om de klacht niet te verwijzen in aanmerking dat klager in totaal zes verwijzingsverzoeken heeft ingediend bij het hof, waarvan er tot heden slechts een is verwezen. De voorzitter stelt daarom vast dat klager de tuchtprocedure onnodig belast door steeds opnieuw (lichtzinnige) klachten in te dienen over dekens ter zake van de uitoefening van hun bevoegdheden en taken in de zin van de Advocatenwet.

2.4 Klager moet er daarom rekening mee houden dat volgende, vergelijkbare klachten net als deze klacht niet worden verwezen vanwege misbruik van het klachtrecht in de zin van de Advocatenwet.

 

3 BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

3.1 wijst het verzoek tot verwijzing van de klacht tegen verweerder voor onderzoek en afhandeling af.

Deze beslissing is gewezen op 8 juni 2023  door mr. J.C.A.T. Frima, plaatsvervangend voorzitter.

Plaatsvervangend voorzitter

De beslissing is verzonden op 12 juni 2023.