Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-06-2023

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2023:254

Zaaknummer

230133

Inhoudsindicatie

Klacht niet verwezen.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 8 juni 2023

in de zaak 230133

                                     

naar aanleiding van de klacht van:

                                     

klager

tegen:

verweerster

 

1 HET VERZOEK 

1.1 Door middel van drie e-mails van 15 mei 2023 (10.58 uur, 11.24 uur en 12.28 uur) en een webformulier heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster.

1.2 Op 16 mei 2023 is de klacht naar het hof gestuurd met het verzoek de klacht te verwijzen naar de deken van een ander arrondissement, omdat verweerder de Deken van de Orde van Advocaten is in het arrondissement Gelderland is.

 

2 DE KLACHT 

De klacht tegen verweerster luidt als volgt:

Wat is uw klacht? *

Ik vind dat [verweerster] daar helemaal aansprakelijk voor is want eerst vertraagde ze 5-6 maanden en an was er geen reden voor afwijzing dus had ik een advocaat aangewezen gekregen die vooraf niet eens wou behandelen en gaf als argument om niet in behwbdleing te nemen dat ik fraude ben geregistreerd en daardoor niet in behandeling neemt terwijl ik bij de deken juist verzoek had ingediend om advocaat aan te wijzen voor auto schade, evr registratie (dus fraude) en letsel schade EN heb uitgebreid meerdere keren verteld dat juist de evr registratie en fraude juist helemaal OPENLIJK onterecht was. Heb juist dat meerdere keren nog uitgebreid verteld hoebopenlijk gemeen en onterecht. Achteraf bleek ook geen fraude natuurlijk maar alleen fraude aan Achmea de kant. Dus eindstand vertelde ik dit naar jullie jullie zeiden ja zoals we eerder zeiden we gaan geen nieuwe advocaat aanwijzen dat hebben we al gedaan we hebben je sinds begin dat we maar 1x doen. ( ze zeggen nu tegen mij ja we sturen niet door je klacht is am afgehandeld tegen mv j(…) maar ik wil klacht indienen tegen [verweerster] DEKEN dus niet mv J(…) ) het hof moet mij vertellen of de klacht wel of niet word behandeld, jullie zijn verplicht om zsm naar het hof te sturen. Net zeiden jullie dat jullie dat niet gaan doen maar jullie zijn verplicht want wilt geen bestuurrrechterlijk klacht maar tuchtrechterlijk klacht tegen [verweerster].

Wilt u uw klacht onderbouwen *

Ze hebben me toen gezegd na de eerste klacht dat de behandelaar stafjurist me zaak behandelde dus hebben ze gezegd je moet klacht indienen over haar maar ik ben van mening dat dat niet zo is want uiteindelijk wijst de deken mijn verzoek af en in die berichten staat ook duidelijk namens de deken [verweerster] en ook is zij als deken hier verantwoordelijk voor en niet mv J(…) de stafjurist

Beschrijf de achterliggende zaak bij uw klacht

Ze hebben me dus misleid ook om een andere klacht in te dienen maar tegen hun stafjurist zodat de zelfde deken die zelfde klacht kan behandelen over haar eigen stafjustust terwijl ze dus wist dat ik klacht had tegen haar zelf de deken mv [verweerster]. Ik wil dat de klacht zsm naar het hof gestuurd word zodat nieuwe deken word aangewezen om de klacht tegen oude deken [verweerster] over deze onjuist en onrechtmatig bewust handelen wel mag of niet mag en wat daar tegenoverstaat zoals bijvoorbeeld of de schades rechtstreeksop [verweerster] verhaald kan worden of rechstreekst orde (…).

 

3 DE BEOORDELING

3.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet dient een klacht tegen een deken te worden verwezen naar een deken van een andere orde. De voorzitter zal het verzoek tot verwijzing afwijzen.

3.2 Naar het oordeel van de voorzitter is van een duidelijke concrete klacht geen sprake. Het is weliswaar duidelijk dat klager ontevreden is, maar uit zijn berichten blijkt niet ondubbelzinnig waarover precies. Klager lijkt een klacht te hebben over de afhandeling van een schadezaak. In dat verband heeft hij kennelijk gevraagd om toewijzing van een advocaat. De voorzitter begrijpt dat de deken een advocaat heeft toegewezen. Op een tweede verzoek heeft verweerster afwijzend gereageerd, althans zij heeft daarop niet expliciet beslist. Een tuchtklacht tegen verweerder kan niet worden ingezet als rechtsmiddel tegen de beslissing van verweerster op het tweede verzoek tot toewijzing van een advocaat.

3.3 De voorzitter neemt verder in aanmerking dat de klacht geen duidelijk en ondubbelzinnige toelichting op het handelen of nalaten van verweerster bevat. De context en achtergrond die klager geeft zijn vaag. Het vergaande verwijt dat verweerster bewust onrechtmatig heeft gehandeld en dat zij schadeplichtig is, is niet onderbouwd. Het is niet duidelijk waarnaar onderzoek gedaan zou moeten worden en het is voor verweerster niet duidelijk waartegen zij zich zal moeten verweren. De voorzitter zal het verzoek om verwijzing daarom afwijzen.

3.4 De voorzitter neemt bij het besluit om de klacht niet te verwijzen in aanmerking dat klager in totaal zes verwijzingsverzoeken heeft ingediend bij het hof, waarvan er tot heden slechts een is verwezen. De voorzitter stelt daarom vast dat klager de tuchtprocedure onnodig belast door steeds opnieuw (lichtzinnige) klachten in te dienen over dekens ter zake van de uitoefening van hun bevoegdheden en taken in de zin van de Advocatenwet.

3.5 Klager moet er rekening mee houden dat volgende, vergelijkbare klachten net als deze klacht niet worden verwezen vanwege misbruik van het klachtrecht in de zin van de Advocatenwet.

 

4 BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

​​​​​​​4.1 wijst het verzoek tot verwijzing voor onderzoek en afhandeling van voormelde klacht van klager tegen verweerster af.

Deze beslissing is gewezen op 8 juni 2023 door mr. J.C.A.T. Frima, plaatsvervangend voorzitter.

 

Plaatsvervangend voorzitter

 

De beslissing is verzonden op 12 juni 2023.