Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-10-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2023:213

Zaaknummer

23-050/DH/RO

Inhoudsindicatie

Verzet niet-ontvankelijk, want pro forma ingediend.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 16 oktober 2023 in de zaak 23-050/DH/RO naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 5 april 2023 op de klacht van:

klager

over:

verweerder gemachtigde: mr. J.D.A. van Lynden

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1    Op 20 juli 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2    Op 12 januari 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk R 2023/01 van de deken ontvangen.  1.3    Bij beslissing van 5 april 2023 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is diezelfde dag verzonden aan partijen. 1.4    Op 1 mei 2023 heeft klager pro forma verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift diezelfde dag ontvangen. 1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 4 september 2023. Daarbij waren klager, verweerder en zijn gemachtigde aanwezig. 1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennis genomen van de e-mail met bijlagen van klager van 21 augustus 2023

2    ONTVANKELIJKHEID VERZET 2.1    Namens verweerder is ter zitting als meest verstrekkende verweer naar voren gebracht dat het verzet van klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat pro forma verzet is ingesteld, terwijl artikel 46g lid 1 van de Advocatenwet voorschrijft dat verzet gemotiveerd dient te geschieden, binnen 30 dagen na de verzending van de beslissing van de voorzitter. De motivering is in feite pas op 21 augustus 2023 gedaan. 2.2    Uit artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet volgt dat de klager, de betrokken advocaat en de deken binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de voorzittersbeslissing daartegen schriftelijk gemotiveerd verzet kunnen doen bij de raad van discipline.  2.3    Naar het oordeel van de raad heeft klager weliswaar binnen de wettelijke termijn van dertig dagen verzet ingesteld, maar is zijn verzet niet gemotiveerd. Klager heeft, zoals hij het zelf ook heeft genoemd, een pro forma verzetschrift ingediend. De raad leest daarin geen (gemotiveerde) verzetgronden, zoals wel is vereist. Pas bij e-mail van 21 augustus 2023 heeft klager een gemotiveerd stuk ingediend. Dit is echter buiten de hiervoor genoemde wettelijke termijn van 30 dagen. Naar het oordeel van de raad dient het verzet van klager dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard.  2.4    Overigens merkt de raad nog op dat, hetgeen door klager (te laat) is aangevoerd, bij een inhoudelijke behandeling van (de aanvulling van) het verzet niet tot gegrondverklaring van het verzet zou hebben geleid.

BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. H.C.A. de Groot, voorzitter, mrs. J.G. Colombijn-Broersma en A.N. Kampherbeek, leden, bijgestaan door mr. C.M. van de Kamp als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 oktober 2023.