Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-10-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2023:111

Zaaknummer

23-244/DB/OB

Inhoudsindicatie

Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch van 2 oktober 2023

in de zaak 23-244/DB/OB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 8 mei 2023 op de klacht van:

 

klager

 

over:

 

verweerster

 

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 17 augustus 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerster.

1.2 Op 31 maart 2023 heeft de raad het dossier met kenmerk 48|22|118K van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 8 mei 2023 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

1.4 Op 9 mei 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 21 augustus 2023. Verschenen is klager. Verweerster is, als aangekondigd, niet verschenen.

1.6 De voorzitter heeft de behandeling van de zaak gesloten en aan klager medegedeeld dat de raad op 2 oktober 2023 een beslissing geeft. Vervolgens heeft klager de wraking verzocht van de voorzitter.

1.7 De wrakingskamer van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden heeft als plaatsvervanger van de wrakingskamer van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch het wrakingsverzoek in behandeling genomen en behandeld ter zitting van 21 september 2023. Bij beslissing d.d. 26 september 2023 met kenmerk 23-575/AL/OB/W heeft de wrakingskamer van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden het wrakingsverzoek ongegrond verklaard en bepaald dat de procedure wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De griffier van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch heeft klager en verweerster vervolgens medegedeeld dat op 2 oktober 2023 een beslissing wordt gegeven.

1.8 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en van de nagekomen e-mails van klager van 14 juli 2023, 21 juli 2023, 25 juli 2023 en 14 augustus 2023 alsmede van de email van J. de Vet van 25 juli 2023.

 

2 FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

 

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

1. De klacht is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard omdat klager ten tijde van de vorige klachtprocedure niet op de hoogte was van het feit dat de verklaring van het autobedrijf vals was. De verklaring is in de vorige klachtprocedure ook niet aan de orde geweest;

2. Het oordeel dat sprake is van misbruik van recht geeft blijk van vooringenomenheid en partijdigheid. 

 

4 BEOORDELING  

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

          verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. E. Loesberg, voorzitter, mrs. E.J.M. Rosier, M. Callemeijn, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2023.

 

Griffier                                                           Voorzitter

 

 

Verzonden op: 2 oktober 2023