Rechtspraak
Uitspraakdatum
11-09-2023
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2023:170
Zaaknummer
22-966/A/MN
Inhoudsindicatie
Verzetbeslissing. Verzet te laat ingediend. Op de datum dat de raad het verzetschrift heeft ontvangen, was de verzettermijn al verlopen. Het feit dat klager bij de indiening van zijn verzetschrift een typefout heeft gemaakt in het e-mailadres van de griffie van de raad komt voor risico van klager. Ook de omstandigheid dat klager zijn computer pas vier dagen na indiening van zijn verzetschrift weer heeft aangezet en erachter kwam dat zijn e-mail niet bij de raad was bezorgd, ligt in de risicosfeer van klager. Overschrijding van de verzettermijn niet toelaatbaar. Verzet is niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 11 september 2023 in de zaak 22-966/A/MN naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 16 januari 2023 op de klacht van:
klager
over:
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 23 maart 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 8 december 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 1854982/FM/SD digitaal van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 16 januari 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum aan partijen verstuurd. In de beslissing is als verzenddatum 16 januari 2022 vermeld, maar gelet op de datum van de beslissing (16 januari 2023), zal hier als verzenddatum 16 januari 2023 zijn bedoeld.
1.4 Op 14 februari 2023 heeft klager zijn verzetschrift bij de raad willen indienen, maar dat is niet gelukt vanwege een typefout in het e-mailadres van de griffie van de raad. Daardoor heeft de raad het verzetschrift niet op 14 februari 2023 ontvangen.
1.5 Op 18 februari 2023 heeft klager zijn verzetschrift alsnog naar het juiste e-mailadres van de griffie van de raad verstuurd. De raad heeft het verzetschrift ook op 18 februari 2023 ontvangen. 1.6 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 11 augustus 2023. Daarbij waren klager en verweerster aanwezig. 1.7 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift van klager. Ook heeft de raad kennisgenomen van de aanvullende e-mail van klager van 23 februari 2023 en van hetgeen klager en verweerster ter zitting naar voren hebben gebracht.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Naast een aantal feiten die volgens klager niet helemaal juist zijn weergegeven, heeft klager – samengevat weergegeven – gesteld dat de voorzitter er ten onrechte van uitgaat dat klager het door mr. G. gedane aanbod als gerede oplossing had moeten accepteren. Volgens klager heeft verweerster in haar rol als klachtenfunctionaris gefaald door haar passieve gedrag en heeft zij zich op die wijze zodanig gedragen dat zij daarmee wel degelijk het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.
2.2 Tegen de overige feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
De raad verklaart het verzet niet-ontvankelijk 4.1 Voordat de raad het verzet inhoudelijk kan beoordelen, moet de raad eerst ambtshalve beoordelen of klager het verzet tijdig, binnen de verzettermijn van dertig dagen, heeft ingediend. De raad is van oordeel dat klager het verzet buiten de verzettermijn, en dus te laat, heeft ingediend. Daartoe overweegt de raad als volgt. 4.2 Op grond van artikel 46 lid 1 Advocatenwet kan klager tegen een beslissing van de voorzitter binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing verzet instellen bij de raad van discipline. Uit de beslissing van de voorzitter blijkt dat deze op 16 januari 2022 (gelet op de beslissingsdatum zal bedoeld zijn 16 januari 2023) naar klager en verweerster is verzonden. Klager kon dus uiterlijk 15 februari 2023 een verzetschrift bij de griffie van de raad indienen. De raad heeft het verzetschrift van klager echter pas op 18 februari 2023 ontvangen en op die datum was de verzettermijn al verlopen. Het feit dat klager zijn verzetschrift op 14 februari 2023 bij de raad heeft willen indienen maar toen een typefout heeft gemaakt in het e-mailadres van de griffie van de raad komt voor risico van klager. Ook de omstandigheid dat klager zijn computer pas vier dagen later weer heeft aangezet en erachter kwam dat zijn e-mail van 14 februari 2023 niet bij de raad was bezorgd, ligt in de risicosfeer van klager. De raad ziet dan ook geen reden om de overschrijding van de verzettermijn toelaatbaar te achten. Het verzet is dan ook niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de raad niet meer toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet.
BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. C.S. Schoorl, voorzitter, mrs. J.C. Ellerman en J.H. Stek, leden, bijgestaan door mr. A.E. van Oost als griffier en uitgesproken in het openbaar op 11 september 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 11 september 2023