Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-09-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2023:184

Zaaknummer

23-111/DH/RO

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 4 september 2023 in de zaak 23-111/DH/RO naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 19 april 2023 op de klacht van:

klager

over:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1    Op 23 september 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: de deken) een klacht in zes onderdelen ingediend over verweerder. 1.2    Op 3 februari 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk R 2023/13 van de deken ontvangen.  1.3    Bij beslissing van 19 april 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht op alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op diezelfde datum verzonden aan partijen. 1.4    Op 2 mei 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 9 mei 2023 ontvangen. 1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 24 juli 2023. Daarbij was klager aanwezig. Verweerder is – met bericht van verhindering – niet verschenen.  1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de brief van klager met dagtekening 10 juli 2023, binnengekomen bij de raad op 5 juli 2023.

2    VERZET 2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager zich met de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze berust, niet kan verenigen. Hij herhaalt dat de videobeelden op basis waarvan hij is veroordeeld ‘deep fakes’ zijn. Verweerder heeft dit op de zitting van 22 april 2022 niet aan de voorzitter van de meervoudige strafkamer willen mededelen. Verweerder heeft vervalste camerabeelden aan de rechtbank verschaft. 2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT 3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING 4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht van verweerder in zes klachtonderdelen in volle omvang besproken. De raad onderschrijft die oordelen van de voorzitter. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.  4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.P.J.G. Göbbels, voorzitter, mrs. G. Sarier en M.A.M. Wagemakers, leden, bijgestaan door mr. M.A.A. Traousis als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 september 2023.