Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-08-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2023:151

Zaaknummer

23-390/A/A

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. Gedragsregel 14 lid 2. Het stond de advocaat vrij om zich aan de zaak van klager te onttrekken.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam van 28 augustus 2023 in de zaak 23-390/A/A naar aanleiding van de klacht van:

klager

over:

verweerster

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) van 3 juni 2023 met kenmerk 2167615/JS/FS, digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1.1 tot en met 2.2. Daarnaast heeft de voorzitter kennisgenomen van het e-mailbericht van klager van 26 juli 2023 om 23.44 uur (met bijlagen). 

1    FEITEN Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten. 1.1    Klager heeft verweerster in augustus 2021 verzocht hem bij te staan in een procedure in hoger beroep.  1.2    Op 16 augustus 2021 hebben klager en verweerster een intakegesprek gehad op het kantoor van verweerster. Zij heeft klager op 17 augustus 2021 per e-mail bevestigd hem te zullen bijstaan. Klager heeft verweerster het procesdossier toegezonden en haar op  19, 20 en 21 augustus 2021 e-mailberichten gestuurd met daarin nadere informatie over zijn zaak en zijn wensen ten aanzien van het hoger beroep.  1.3    Op 22 augustus 2021 heeft verweerster klager per e-mail bericht dat zij bij nader inzien niet in staat en bereid was om klager bij te staan, onder meer omdat klager haar heeft verzocht op een bepaalde manier op te treden tegen instanties (waaronder de politie en het Openbaar Ministerie) die verweerster niet in het belang van de verdediging achtte.   1.4    Op 2 december 2022 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster. 1.5    Klager heeft een verzoek gedaan tot inzage in en het verstrekken van vertrouwelijke stukken.

2    KLACHT 2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet omdat zij zich zonder gegronde motivering heeft teruggetrokken als advocaat van klager. Klager vermoedt dat verweerster zich heeft laten beïnvloeden door derden, waaronder het Openbaar Ministerie. 

3    VERWEER 3.1    Verweerster heeft zich gemotiveerd tegen de klacht verweerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

4    BEOORDELING 4.1    Het verzoek van klager als opgenomen onder 1.5 wordt afgewezen omdat dit in strijd is met het recht op hoor en wederhoor. 4.2    Op grond van Gedragsregel 14 lid 2 staat het een advocaat steeds vrij om zijn of haar werkzaamheden te beëindigen. Als de vertrouwensbasis is vervallen, is hij of zij daartoe zelfs gehouden. Wel dient een advocaat die besluit een verstrekte opdracht neer te leggen, dat op zorgvuldige wijze te doen en ervoor zorg te dragen dat de cliënt daarvan zo min mogelijk nadeel ondervindt. De advocaat moet een dergelijke beslissing tijdig kenbaar maken en de cliënt wijzen op de te nemen vervolgstappen.  4.3    Verweerster stelt in haar verweerschrift dat zij klager tijdig en op correcte wijze heeft geïnformeerd dat en waarom zij hem verder niet zal bijstaan. Zij heeft klager daarbij laten weten dat zij niet bereid was om mee te werken aan de door klager gewenste manier van optreden tegen de instanties en dat zij de door hem ingeslagen weg niet in het belang van de verdediging achtte. Zij heeft klager dus uitgebreid uitgelegd waarom zij hem niet langer kon bijstaan.  4.4    Naar het oordeel van de voorzitter stond het verweerster vrij zich aan de zaak van klager te onttrekken. Er bestond tussen klager en verweerster immers verschil van mening over de wijze waarop de opdracht moest worden uitgevoerd. Voor verweerster was duidelijk dat dit geschil niet in onderling overleg kon worden opgelost. Niet is gebleken dat verweerster de belangen van klager heeft geschaad. Zoals verweerster terecht heeft opgemerkt, was er op het moment van onttrekking nog geen regiezitting of inhoudelijke zitting gepland. Klager had nog voldoende tijd om een nieuwe advocaat te zoeken.  4.5    Dat verweerster bij het nemen van haar beslissing op enigerlei wijze is beïnvloed door derden, is overigens niet gebleken.  4.6    Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond verklaren.

BESLISSING De voorzitter verklaart de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond. 

Aldus beslist door mr. C.S. Schoorl, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door  mr. N.M. van Trijp als griffier en uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2023. 

Griffier         Voorzitter

Verzonden op: 28 augustus 2023