Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-08-2023

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2023:132

Zaaknummer

230173

Inhoudsindicatie

Artikel 13 beklag. Klager heeft moeite met het vinden van zijn weg in het gemeentelijk apparaat bij het verlengen van zijn rijbewijs nu hij geen woonadres heeft. De deken heeft op goede grond het verzoek om aanwijzing van een advocaat voor hulp daarbij afgewezen. Beklag ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 21 augustus 2023

in de zaak 230173

                                     

naar aanleiding van het beklag van:

 

                                     

klager

                                     

tegen:

                                     

de deken

 

 

1 HET BEKLAG

Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen met zijn beslissing van 14 juni 2023. Klager heeft een beklag van 20 juni 2023 tegen de beslissing van de deken ingediend bij het Hof van Discipline (hierna: het hof).

 

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF

2.1 Het beklag is op 20 juni 2023 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2 Verder bevat het dossier:

-           het verweerschrift van 3 juli 2023 met bijlagen van de deken;

-           het e-mailbericht met bijgevoegd een brief van de deken van 6 juli 2023.

 

2.3 Klager is in de gelegenheid gesteld om uiterlijk tot 24 juli 2023 te reageren op het verweer van de deken. Van die gelegenheid heeft klager geen gebruik gemaakt.

2.4 Het hof heeft het verzoek in raadkamer behandeld op basis van de stukken uit het dossier.

 

3 FEITEN

Het hof stelt de volgende feiten vast.

3.1 In 2002 is de woning van klager ontruimd. Klager heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. Klager heeft de gemeente Alphen aan den Rijn verzocht om een briefadres. De gemeente heeft aan dit verzoek niet voldaan.

​​​​​​​3.2 Klager wenst de looptijd van zijn rijbewijs te verlengen. Op 22 mei 2023 heeft klager de deken benaderd met het verzoek een advocaat aan te wijzen die hem kan helpen bij de aanvraag van een rijbewijsverlenging.

​​​​​​​3.3 Op 30 mei 2023 is namens de deken aan klager medegedeeld dat klager geen advocaat nodig heeft voor het aanvragen van een rijbewijs. Daarbij is aan klager uitgelegd dat hij voor het aanvragen van een rijbewijs een afspraak bij de gemeente moet maken. Daarop heeft klager diezelfde dag een bericht terug gestuurd dat hij geen afspraak kan maken bij de gemeente, omdat hij daarvoor inwoner moet zijn. Doordat hij geen woonadres heeft kan hij zich niet als inwoner aanmelden bij het maken van de afspraak.

​​​​​​​3.4 Op 31 mei 2023 is namens de deken aan klager bericht dat hij contact moet opnemen met de gemeente voor de beantwoording van zijn vragen. Daarop is tussen 31 mei 2023 tot en met 11 juni 2023 een mailwisseling ontstaan tussen klager en de gemeente over het maken van een afspraak voor de verlenging van zijn rijbewijs en de benodigdheden voor het aanvragen van die verlenging. Daarbij is aan de orde gekomen dat klager vanwege zijn psychische gesteldheid een gezondheidsverklaring moet aanvragen bij het CBR.

 

​​​​​​​3.5 Op 11 juni 2023 heeft klager per e-mail aan het ordebureau van de deken gevraagd hoe hij een gezondheidsverklaring bij het CBR kan aanvragen zonder woonadres. Daarop is namens de deken van 12 juni 2023 aan klager medegedeeld dat hij daarvoor contact moet opnemen met het CBR. Verder is klager medegedeeld dat hij toekomstige vragen aan de gemeente moet stellen en niet aan de deken.

​​​​​​3.6 Klager heeft de deken geschreven dat hij een klacht wenst in te dienen omdat zij geen advocaat aanwijst. Op 14 juni 2023 heeft de deken klager geïnformeerd over haar beslissing geen advocaat aan te wijzen, omdat hij voor het maken van een afspraak bij de gemeente geen advocaat nodig heeft en dit ook geldt voor het opnemen van contact met het CBR en de gemeente over zijn gezondheidsverklaring.

 

4 BEOORDELING

 

Beklag

 

​​​​​​​4.1 Klager bestrijdt dat hij zijn probleem kan oplossen zonder advocaat en voert daartoe het volgende aan:

 

1. de gemeente Alphen aan den Rijn weigert al meer dan 20 jaar klager een briefadres toe te wijzen na de ontruiming van de woning. Zonder briefadres kan klager geen rijbewijs verlengen.

 

2. klager heeft een psychische beperking en hij kan niet jaren gaan strijden om een briefadres. Door het niet aanwijzen van een advocaat komt de deken haar zorgplicht niet na.

 

3. de deken heeft in een eerdere uitspraak AA080 2021 ai/ab inzake aanwijzing van een strafrechtadvocaat aangegeven dat hij het OM al vanaf het begin had moeten inlichten over de ontruiming, terwijl de deken nu juist wijst naar de gemeente Alphen aan den Rijn alsof er geen ontruiming heeft plaatsgevonden.

 

Verweer deken

 

​​​​​​​4.2 De deken verweert zich als volgt. Niet gebleken is dat klager – zoals hij stelt – geen rijbewijs kan aanvragen zonder briefadres. Uit de correspondentie met de gemeente hierover volgt dit niet. Ook de stelling dat klager niet in staat is te strijden voor een briefadres vanwege zijn psychische gesteldheid volgt de deken niet. De deken handhaaft haar standpunt dat vertegenwoordiging van een advocaat niet is voorgeschreven voor de verlenging van zijn rijbewijs en/of contact met het CBR over de gezondheidsverklaring en dat zij daarom het verzoek van klager terecht heeft afgewezen.Ten  slotte verwijst klager naar een beschikking, waarin de deken een verzoek om aanwijzing van een advocaat heeft afgewezen in 2021. Voorts stelt de deken dat het pro forma beklag daartegen door het hof niet in behandeling is genomen wegens gebrek aan gronden van het beklag en gebrek aan een bijgevoegde beslissing waartegen het beklag was gericht en dat dit laatste, derde,  argument ook overigens niet relevant is voor het onderhavige beklag. Ten slotte wijst de deken erop dat klager het ordebureau veelvuldig bestookt met allerhande vragen, aanwijsverzoeken en klachten. De deken heeft een stopbrief gestuurd aan klager ter zake van de allerhande vragen en verzoekt het hof te bepalen dat zij in de toekomst geen aanwijsverzoeken en/of klachten van klager meer in behandeling hoeft te nemen.

 

Toetsingskader

 

​​​​​​​4.3 Op grond van artikel 13 Advocatenwet kan een rechtzoekende die niet (tijdig) een advocaat bereid vindt hem bij te staan in een zaak waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven of bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden, zich wenden tot de deken met het verzoek een advocaat aan te wijzen. De deken kan een verzoek op grond van dit artikel alleen wegens gegronde redenen afwijzen. Een dergelijke reden kan onder meer bestaan indien de door klager gewenste procedure geen verplichte procesvertegenwoordiging kent, of indien de procedure geen redelijke kans van slagen heeft.

 

Beoordeling

 

​​​​​​​4.4 Het hof is van oordeel dat het beklag ongegrond is. Voor de hulpvraag van klager – bijstand bij de aanvraag van een verlenging van een rijbewijs en de aanvraag van documenten die hij daarvoor nodig heeft zoals een gezondheidsverklaring – is geen bijstand van een advocaat vereist. De hulpvraag van klager is eerder gericht op bijstand in de communicatie met het gemeentelijk apparaat en eventuele andere instanties en uitleg over het voor klager te bewandelen pad daarin. Ook het ordebureau van de deken heeft hierin geen rol. Klager kan zich daarvoor wenden tot het juridisch loket. De derde beklaggrond van klager ziet niet op de beslissing waartegen in deze zaak beklag is ingesteld, maar op een oude zaak die door het hof niet in behandeling is genomen. De conclusie is dat de deken op goede gronden het verzoek om aanwijzing van een advocaat heeft geweigerd. Het beklag is ongegrond en wordt daarom afgewezen.

 

​​​​​​​4.5 Wat betreft het verzoek van de deken om vast te stellen dat zij aanwijsverzoeken en klachten van klager niet meer in behandeling hoeft te nemen, geldt dat voor een zodanige beslissing sprake moet zijn van misbruik van rechtsmiddelen of klachtrecht door klager. Het voorliggend beklag van klager is het eerste beklag (art. 13 Advocatenwet) dat het hof van klager tegen een beslissing van de deken heeft gehad sinds 2015. Het hof kan daarom niet vaststellen dat door klager misbruik van het (klacht)recht wordt gemaakt.

 

​​​​​​​4.6 Voor zover de deken meent dat klager misbruik van recht maakt door veelvuldig en ongegrond de hulp van de deken in te roepen en dat leidt tot een niet langer te accepteren druk op het bureau van de deken, is het aan de deken zelf om maatregelen te nemen. De deken heeft dat inmiddels gedaan door middel van het aan klager zenden van een zogenoemde stopbrief.

 

5 BESLISSING

 

Het Hof van Discipline:

 

verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van 14 juni 2023 van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag ongegrond.

 

Deze beslissing is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima, voorzitter, mrs. E.W. de Groot en L.H. Rammeloo, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2023 .                                                       

    

griffier                                                                                                       voorzitter

                     

De beslissing is verzonden op 21 augustus 2023 .