Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-08-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2023:177

Zaaknummer

23-092/DH/RO

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.  Geen aanknopingspunten dat de voorzitter bepaalde onderdelen niet bij zijn beoordeling heeft betrokken. De voorzitter heeft terecht de door klager ingediende klacht als uitgangspunt genomen voor zijn beoordeling.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 28 augustus 2023 in de zaak 23-092/DH/RO naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 5 april 2023 op de klacht van:

klager

over:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1    Op 15 augustus 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 1.2    Op 30 januari 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk R 2023/10 van de deken ontvangen.  1.3    Bij beslissing van 5 april 2023 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op diezelfde datum verzonden aan partijen. 1.4    Op 5 april 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op diezelfde datum ontvangen. 1.5    Het verzet is behandeld op de digitale zitting van de raad van 17 juli 2023. Daarbij waren klager en verweerster aanwezig.  1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail met bijlagen van klager van 29 juni 2023.

2    VERZET 2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de aanvullende reactie en stukken van klager van 18 februari 2023 niet heeft meegenomen bij zijn oordeel. 2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT 3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING 4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgrond niet slaagt. Klager voert in verzet enkel aan dat de voorzitter niet is ingegaan op zijn brief van 18 februari 2023. De voorzitter heeft daarom volgens klager onterecht voortgeborduurd op de klacht die klager heeft ingediend bij de deken. De raad stelt vast dat de voorzittersbeslissing aangeeft dat kennis is genomen van de stukken die klager op 18 februari 2023 naar de raad heeft gestuurd. Dat de voorzitter niet expliciet is ingegaan op de ruim 1.300 pagina’s aan aangiftes en voornamelijk Whatsapp-gespreksgeschiedenis tussen klager en zijn ex partner en dat in de voorzittersbeslissing niet citeert, zoals klager kennelijk lijkt te wensen, betekent niet dat de voorzitter dit niet bij zijn oordeel heeft betrokken. De raad ziet verder ook geen aanknopingspunten dat de voorzitter bepaalde onderdelen uit het dossier niet bij zijn oordeel heeft betrokken. De voorzitter heeft bij die beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij of zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Dat de voorzitter heeft geoordeeld over de klachtonderdelen zoals klager die bij de deken heeft ingediend, is ook waaraan de voorzitter gebonden is op grond van de Advocatenwet. Dat hij voortborduurt op die ingediende klacht, is dus ook juist. 4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. H.C.A. de Groot, voorzitter, mrs. T. Hordijk en D.G.M. van den Hoogen, leden, bijgestaan door mr. M.A.A. Traousis als griffier en uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2023.