Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-07-2023

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2023:109

Zaaknummer

210236

Inhoudsindicatie

Klacht tegen eigen advocaat. klachten zien op de kwaliteit van de dienstverlening. Klagers verwijten haar dat ze fouten heeft gemaakt in de procedure, slecht verweer heeft gevoerd, klagers slecht heeft bijgestaan, excessief heeft gedeclareerd.  

Uitspraak

Herstelbeslissing

van het hof van discipline

van 7 juli 2023

in de zaak 210236

 

naar aanleiding van het hoger beroep van:

 

[               ]

  klager

  en

 2.  [               ]

klaagster

hierna samen: klagers

gemachtigde klagers: mr. G.F.M.G. Heutink

 

 tegen:

 

 mr. [              ]

verweerster

gemachtigde: mr. C. Borstlap

 

 

 

1 DE TE HERSTELLEN BESLISSING

1.1 Op 19 juni 2023 heeft het hof geoordeeld over het door klagers ingestelde hoger beroep. De beslissing van het hof is onder ECLI:NL:TAHVD:2023:90 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

 

2 HET HERSTEL 

2.1 Het hof heeft vastgesteld dat in de beslissing van 19 juni 2023 wordt verwezen naar de uitspraak van de raad met nummer 20-761/AL/NN. Dit had nummer 20-716/AL/NN moeten zijn. Verder staat dat klachtonderdeel e ongegrond is verklaard door de raad, terwijl dit klachtonderdeel gegrond is verklaard. Naar het oordeel van het hof is sprake van kennelijk fouten die zich lenen voor herstel.

2.2 Het hof heeft partijen op de hoogte gesteld van het voornemen om een herstelbeslissing te nemen. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het voornemen.

2.3 Mr. Borstlap heeft laten weten dat hij geen bezwaar heeft tegen herstel. Mr. Heutink heeft van de gelegenheid om te reageren geen gebruik gemaakt.

​​​​​​​2.4 Omdat niet is gebleken van bezwaren van partijen zal het hof de beslissing herstellen, in deze zin overweging 1.1 van de beslissing van 19 juni 2023 als volgt komt te luiden:

 

Het hof verwijst naar de beslissing van 28 juni 2021 van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Arnhem-Leeuwarden (zaaknummer: 20-716/AL/NN). In deze beslissing is van de klacht van klagers ten aanzien van klachtonderdeel e) gegrond en ten aanzien van de overige klachtonderdelen ongegrond verklaard. Aan verweerster is de maatregel van berisping opgelegd. Verder is verweerster veroordeeld tot betaling van het griffierecht, de reiskosten en de proceskosten.

 

3 BESLISSING

​​​​​​​3.1 Het hof van discipline herstelt de beslissing van 19 juni 2023 in zaak 210236 in deze zin dat overweging 1.1 wordt gewijzigd op de hiervoor onder 2.4 weergegeven wijze.

 

 

Deze beslissing is gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. H. Lagas, J.C.A.T. Frima, G.J.K Elsen, J.M. Louwrier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2023.

 

 

                                                                                                                 

 

griffier                                                                                                       voorzitter             

 

De beslissing is verzonden op 7 juli 2023 .