Rechtspraak
Uitspraakdatum
19-06-2023
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2023:88
Zaaknummer
230004
Inhoudsindicatie
Appelverbod, te laat ingediend beroep. Verweerder heeft het beroepschrift niet binnen de in artikel 56 lid 1 Advocatenwet bepaalde termijn ingediend. Geen verschoonbare termijnoverschrijding. Beroep van verweerder niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 19 juni 2023
in de zaak 230004
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
tegen:
klager
1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD
1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 12 december 2022 van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Arnhem-Leeuwarden (zaaknummer: 22-086/AL/MN). In deze beslissing is de klacht van klager ten aanzien van klachtonderdeel a) gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard en ten aanzien van klachtonderdelen b) en c) gegrond verklaard. Aan verweerder is de maatregel van schorsing voor de duur van zes weken opgelegd. Verder is verweerder veroordeeld in de betaling van het griffierecht, reiskosten en proceskosten.
1.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRARL:2022:358 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF
2.1 Het hoger beroepschrift van verweerder tegen de beslissing is op 12 januari 2023 ontvangen door de griffie van het hof.
2.2 Verder bevat het dossier van het hof:
de stukken van de raad; een e-mail van verweerder van 29 maart 2023; een e-mail van klager van 13 april 2023.
2.3 De zaak is in raadkamer behandeld.
3 BEOORDELING
ontvankelijkheid
3.1 Aan de orde is de ontvankelijkheid van het hoger beroep van verweerder.
overwegingen hof
3.2 Op grond van artikel 56 lid 1 Advocatenwet bedraagt de termijn om bij het hof een beroepschrift in te dienen 30 dagen na verzending van de beslissing van de raad van discipline. Het belang van rechtszekerheid brengt mee dat geen onzekerheid kan bestaan over het eindtijdstip van de appeltermijn. Deze termijn is van openbare orde en moet door het hof ambtshalve worden toegepast. In deze zaak is de beslissing onbetwist op 12 december 2023 aan verweerder verzonden. De beroepstermijn eindigde daarom op 11 januari 2023.
3.3 Het beroepschrift van verweerder is door de griffie van het hof op 12 januari 2023 ontvangen en is daarmee niet binnen de in artikel 56 lid 1 bepaalde termijn ingediend. De door verweerder op 29 maart 2023 aan de griffie van het hof verzonden e-mail, waarin verweerder – kort samengevat – meldt dat het beroepschrift op 11 januari 2023 zou worden ingediend en dat dit abusievelijk een dag later is gebeurd, brengt daarin geen verandering. Deze omstandigheid levert geen verschoonbare termijnoverschrijding op.
3.4 Het hof zal beroep van verweerder niet-ontvankelijk verklaren.
4 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
4.1 verklaart het beroep van verweerder niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. V. Wolting en E.C. Gelok, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Bijleveld, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2023 .
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 19 juni 2023.