Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-06-2023
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2023:107
Zaaknummer
22-937/A/A
Inhoudsindicatie
Verzetzaak. Het verzet is ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 5 juni 2023 in de zaak 22-937/A/A naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 9 januari 2023 op de klacht van:
klager
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 21 juli 2022, aangevuld bij e-mails van 4 augustus 2022, heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2 Op 24 november 2022 heeft deze raad van discipline (hierna: de raad) het klachtdossier met kenmerk JS/MV; 2021064 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 9 januari 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen. 1.4 Op 18 januari 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 27 januari 2023 ontvangen. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 24 april 2023. Daarbij is niemand verschenen. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven en voor zover de raad begrijpt, in dat klager zich met de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze berust, niet kan verenigen. 2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. 4.3 Omdat het verzet tegende beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. K.M. van Hassel, voorzitter, mrs. F.J.J. Baars en H. Bakker, leden, bijgestaan door mr. E. E. Wouters als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 5 juni 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 5 juni 2023