Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-06-2023
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2023:71
Zaaknummer
22-889/DB/LI
Inhoudsindicatie
Verzet. Klacht over advocaat van de wederpartij terecht kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 5 juni 2023
in de zaak 22-889/DB/LI
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 22 december 2022 op de klacht van:
klaagster
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 11 juni 2022 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 10 november 2022 heeft de raad het dossier met kenmerk K22-062 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 22 december 2022 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
1.4 Op 18 januari 2023 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 17 april 2023. Verschenen is klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde de heer E. Verweerder is niet verschenen.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 FEITEN en KLACHT
Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
3 VERZET
De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
1. De voorzitter heeft niet het juiste toetsingskader gehanteerd.
In plaats van te toetsen of de advocaat geen feiten heeft geponeerd waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, wordt hier het toetsingskader ineens een stuk breder getrokken door de te toetsen of sprake is van oplichting, afpersing en deelname aan een criminele organisatie.
2. De voorzitter heeft de conclusie, dat enig (begin van) bewijs ontbreekt voor het verwijt dat verweerder op de website feiten poneert waarvan hij de onwaarheid kent, niet onderbouwd. Bovendien is die conclusie onjuist, omdat op de website is vermeld dat vertaling van de documenten en de sommatiebrief plaatsvindt, terwijl dit niet daadwerkelijk in iedere zaak gebeurt.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klaagster niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mrs. E.J.M. Rosier en A.A.T. van Ginderen, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 5 juni 2023