Rechtspraak
Uitspraakdatum
15-05-2023
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2023:58
Zaaknummer
23-108/DB/LI
Inhoudsindicatie
Klacht afkomstig van de partner van de wederpartij van de cliënte van de advocaat. Advocaat heeft (financiële) gegevens van de partner van de wederpartij van zijn cliënte in de procedure ingebracht. Onder deze omstandigheden is het toetsingskader wat geldt voor de advocaat van de wederpartij van toepassing.
Inhoudsindicatie
Advocaat heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het inbrengen van de informatie over de functie van klaagster en het bijbehorende salarisniveau in de procedure betreffende de financiële noodsituatie van het huishouden van de partner van klaagster een voldoende redelijk doel diende.
Inhoudsindicatie
Klacht ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 15 mei 2023
in de zaak 23-108/DB/LI
naar aanleiding van de klacht van:
klaagster
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 11 september 2022 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 3 februari 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K22-089 van de deken ontvangen.
1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 27 maart 2023. De klacht is, gelet op de samenhang, gelijktijdig met klachtzaak 23-107/DB/LI behandeld. Daarbij waren klagers in beide klachtzaken, de gemachtigde van klagers en verweerder aanwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 9.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.2 De partner van klaagster was verwikkeld in een geschil met het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente M, verder te noemen het College. Verweerder heeft het College in meerdere procedures tegen de partner van klaagster bijgestaan.
2.3 Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij van de partner van klaagster zowel in zijn conclusie van antwoord van 28 maart 2022 als in een brief van 1 september 2022 aan de rechtbank ter voorbereiding op de zitting van 6 september 2022 onder meer het volgende aangevoerd: “(…..) Verweerder wijst erop dat verzoeker samenleeft met een partner die een zeer goed inkomen heeft. De partner van verzoeker is werkzaam bij de gemeente M(….) in een functie met een salaris op het niveau van schaal 13 en een maximumschaal van € 6.616,- bruto te vermeerderen met 17,5% IKB (…..) Het huishouden van verzoeker beschikt derhalve over een royaal dubbel inkomen tot arbeid en eigen bedrijf. Daarnaast beschikken verzoeker en zijn partner over aanzienlijke spaartegoeden. (…..) ”.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:
Verweerder heeft in een procedure tussen het College en de partner van klaagster, zonder toestemming van klaagster, privégegevens over klaagster, waaronder salarisgegevens ingebracht.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De raad zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
5 BEOORDELING
Toetsingskader
5.1 Aan een advocaat komt een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Een advocaat dient zich steeds te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.
5.2 Verweerder heeft in twee gerechtelijke procedures van het College tegen de partner van klaagster (financiële) gegevens van klaagster ingebracht. Het staat een advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënte evenmin vrij om de belangen van de door die advocaat in de procedure betrokken partner van de wederpartij van zijn cliënte nodeloos te schaden. De raad zal de klacht, gelet op voormelde omstandigheden, daarom toetsen aan de norm die geldt voor het optreden van een advocaat jegens de wederpartij.
5.3 Klaagster is eveneens werkzaam bij de gemeente M. Het College beschikte als gevolg daarvan over informatie over de functie van klaagster. Verweerder is bij de behartiging van de belangen van het College afgegaan op de gegevens die hij van het College ontving, waaronder de informatie over de aard van de functie van klaagster. Verweerder heeft in de procedures, waarin de financiële (nood)situatie van het huishouden van de partner van klaagster aan de orde was, (openbare) gegevens over de bij de functie van klaagster behorende schaal met bijbehorende salarisniveau ingebracht. Het is begrijpelijk dat klaagster, die zich, hoewel werkzaam bij dezelfde werkgeefster, gedurende vele jaren buiten de procedure van haar partner heeft willen houden en ook heeft gehouden, onaangenaam was getroffen, toen zij vernam dat verweerder informatie over het bij haar functie behorende salarisniveau in de procedures heeft ingebracht. Dit betekent echter niet dat verweerder de belangen van klaagster hierdoor nodeloos heeft geschaad. Verweerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het inbrengen van de informatie over de functie van klaagster en het bijbehorende salarisniveau in de procedure betreffende de financiële (nood)situatie van het huishouden van de partner van klaagster een voldoende redelijk doel diende. Hiervan valt verweerder tuchtrechtelijk geen verwijt te maken.
5.4 De raad zal de klacht op grond van het bovenstaande ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel, voorzitter, mrs. A.A.M. Schutte en M.J. Hoekstra, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 15 mei 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 15 mei 2023