Rechtspraak
Uitspraakdatum
08-05-2023
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2023:107
Zaaknummer
22-298/AL/OV
Inhoudsindicatie
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 mei 2023 in de zaak 22-298/AL/OV naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 20 juni 2022 op de klacht van:
klager oververweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 11 augustus 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 1.2 Op 7 april 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 1502344 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 20 juni 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. 1.4 Op 26 juni 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 6 maart 2023. Daarbij waren klager, verweerster en de gemachtigde van verweerster aanwezig. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet zijn genoemd in het verzetschrift. Klager heeft in zijn verzetschrift zijn klachtonderdelen herhaald en (nogmaals) gesteld dat verweerster in zijn ogen tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klager heeft geconcludeerd dat de voorzitter ten onrechte zijn klacht kennelijk ongegrond heeft verklaard.
3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 Klager heeft (overeenkomstig zijn klacht) in zijn verzetschrift en ter zitting – kort gezegd – aangevoerd dat verweerster als advocaat van de wederpartij in strijd met de wet, gedragsregels en jurisprudentie heeft gehandeld. De raad is van oordeel dat deze door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De raad is het eens met die beslissing van de voorzitter. Zij heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. 4.3 Klager heeft in zijn verzetschrift verzocht om een ‘voorlopig online getuigenverhoor’ te laten plaatsvinden. De raad is van oordeel dat niet valt in te zien op welke wijze het horen van de door klager genoemde oud-medewerkers van het bedrijf NB van belang zou kunnen zijn voor de beslissing op de klacht of het verzet van klager in deze tuchtprocedure. Dat betekent dat het verzoek van klager wordt afgewezen. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. 4.4 Op grond van het voorgaande zal de raad het verzet ongegrond verklaren.
BESLISSING De raad van discipline: - verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. P.F.A. Bierbooms, voorzitter, mrs. E.H.M. Harbers en E.M.G. Pouls, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 8 mei 2023.
Griffier Voorzitter Verzonden d.d. 8 mei 2023