Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-03-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2023:78

Zaaknummer

22-397/AL/NN

Inhoudsindicatie

Verzet. De raad verklaart het verzet van klager ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 27 maart 2023 in de zaak 22-397/AL/NN naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 29 augustus 2022 op de klacht van:

klager oververweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 30 januari 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2 Op 11 mei 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2022 KNN013 / 1735366 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 29 augustus 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is verzonden aan partijen. 1.4 Op 11 september 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op diezelfde datum ontvangen. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 3 februari 2023. Daarbij was klager aanwezig. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. De raad heeft ook kennisgenomen van het op 16 januari 2023 bij de raad binnengekomen stuk van klager. 

2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet zijn opgenomen is het verzetschrift van klager. De raad begrijpt dat klager het niet eens is met het oordeel van de voorzitter dat klachtonderdeel a) - inhoudende dat verweerder een procedure heeft aangespannen namens N.V. Nederlandse Gasunie, terwijl deze vennootschap is opgehouden te bestaan - kennelijk ongegrond is. De voorzitter heeft miskend dat verweerder zich meerdere keren schuldig heeft gemaakt aan bedrog en oplichting doordat deze in rechte optrad namens een niet meer bestaande entiteit (door klager ook wel aangeduid als de zwarte koe). 2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetsgronden niet slagen. Klager heeft in zijn verzetschrift klachtonderdeel a) als verzetgrond opgevoerd en daarbij zijn standpunten enkel herhaald. De raad ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft klachtonderdeel a) dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. 4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING De raad van discipline: - verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. M. Jansen, voorzitter, mrs. S.H.G. Swennen en H.J. Voors, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 27 maart 2023.

Griffier                                                                                                          Voorzitter   Verzonden d.d. 27 maart 2023