Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-02-2023

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2023:34

Zaaknummer

230001

Inhoudsindicatie

Verwijzingsbeslissing inzake klacht tegen deken. De klacht betreft in feite de onvrede van klager over de beslissing van de deken ex artikel 13 Advocatenwet. Hiervoor staat beklag open en is de procedure van verwijzing niet bedoeld. Daarbij heeft klager eerder een vergelijkbare klacht tegen de deken ingediend, die is verwezen naar de deken Amsterdam. Dat dossier is gesloten omdat klager niet meer reageerde. Klager kan niet steeds klagen over dezelfde kwestie: misbruik van klachtrecht. Verwijzingsverzoek afgewezen.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 1 februari 2023

in de zaak 230001

                                     

naar aanleiding van het verzoek van:

                                     

klager

tegen:

verweerder

 

1 HET VERZOEK

1.1 De voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht d.d. 4 januari 2023 met bijgevoegd drie bijlagen van verweerder. Hierin verzoekt verweerder aan de voorzitter van het hof een klacht over hem te verwijzen naar een raad van discipline op grond van artikel 46aa lid 4 Advocatenwet.

1.2 Verder verwijst de voorzitter van het hof naar het telefoongesprek van 30 januari 2023 van mr. L.E. Verwey, griffier bij het hof van discipline, met het bureau van de Orde van Advocaten (verder: het ordebureau). Hierin is door een medewerker van het ordebureau aan de griffier laten weten dat het niet gaat om een verzoek ex art. 46aa lid 4 Advocatenwet, maar bedoeld is een verzoek ex art. 46c lid 5 Advocaten om de klacht te verwijzen naar een deken van een andere orde van advocaten.

 

2 DE BEOORDELING

2.1 De voorzitter van het hof overweegt dat dit de tweede klacht van klager is over verweerder in hetzelfde feitencomplex, namelijk de afwijzende beslissing van de deken op het verzoek van klager een advocaat aan te wijzen in zijn aansprakelijkheidskwestie. In beginsel staat hiervoor de procedure ex artikel 13 Advocatenwet open en is de klachtprocedure tegen de deken hiervoor niet bedoeld. Verder blijkt uit het dossier dat de klacht tegen verweerder aanvankelijk (na verwijzing door de voorzitter van het hof) is verwezen naar de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (verder: de deken Amsterdam). Het dossier bij de deken Amsterdam is gesloten omdat klager geen reactie heeft ingediend op het verweer van verweerder. Los van de redenen van klager om geen reactie daarop te geven, geldt dat klager niet steeds opnieuw een tuchtklacht kan indienen over dezelfde kwestie. Ten slotte weegt de voorzitter mee dat de verwijten van klager over verweerder veel algemene vage verwijten in persoonlijke, grievende bewoordingen bevatten, waaruit geen serieus te nemen klacht valt te destilleren. De voorzitter is om deze redenen in samenhang beziend van oordeel dat klager misbruik maakt van zijn klachtrecht. De voorzitter zal het verzoek om verwijzing daarom afwijzen.

 

3 BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

3.1 wijst het verzoek om verwijzing van de klacht van klager tegen verweerder voor onderzoek en afhandeling af.

Deze beslissing is gewezen op 1 februari 2023 door mr. J. Blokland, voorzitter.

 

voorzitter

 

 

 

De beslissing is verzonden op 2 februari 2023.