Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-02-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2023:31

Zaaknummer

22-304/AL/OV

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 20 februari 2023 in de zaak 22-304/AL/OV naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 4 juli 2022 op de klacht van:

klager oververweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 17 september 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2 Op 11 april 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 1524791 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 4 juli 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk (klachtonderdeel b)) en deels kennelijk ongegrond (klachtonderdeel a)) verklaard. 1.4 Op 19 juli 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op diezelfde datum ontvangen. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 13 januari 2023. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter ten onrechte klachtonderdeel a) kennelijk ongegrond heeft verklaard en dat de voorzitter voorbij is gegaan aan de volgende punten: - door verweerder is een procedure begonnen om de ervenrekening te laten deblokkeren; - aan klager is ten onrechte een bedrag in rekening gebracht. Verweerder heeft, nog nadat er al een verkort exploot was uitgebracht, geprobeerd een hoger bedrag bij klager te innen; - verweerder heeft gedreigd met de beslaglegging op de woning van klager en met het inlichten van de hypotheekverstrekker; 2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet ontvankelijk bevonden. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING De raad van discipline: - verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, mrs. H.K. Scholtens en N.A. Heidanus, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 20 februari 2023.

Griffier                                                                                 Voorzitter   Verzonden d.d. 20 februari 2023