Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-06-2022

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2022:179

Zaaknummer

220120

Inhoudsindicatie

Klacht niet verwezen. 

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 13 juni 2022

in de zaak 220120

naar aanleiding van het verzoek van:

                                     

klager

tegen:

verweerster

 

1 HET VERZOEK

1.1 De voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht van 5 mei 2022 van klager met bijgevoegd 6 bijlagen. Hierin verzoekt klager aan de voorzitter van het hof een klacht over verweerster te verwijzen naar een andere deken voor onderzoek en behandeling, omdat verweerster niet alleen advocaat maar ook de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland is. Verder verwijst de voorzitter naar het e-mailbericht d.d. 27 mei 2022 van het bureau van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland met het verzoek diezelfde klacht verwijzen.

 

2  DE BEOORDELING

2.1 De klacht van klager houdt in - zo begrijpt van de voorzitter - dat verweerster door de indiening van een dekenbezwaar tegen klager de kernwaarde integriteit heeft geschonden en dat zij om die reden geschrapt zou moeten worden van het tableau. Klager onderbouwt zijn klacht als volgt:

“Ter onderbouwing verwijst ondergetekende naar het door mevr. V[………….] ingediende dekenbezwaar (bijlage 1) en het verweer (overige bijlagen). Ondergetekende gaat er van uit dat u hiermee voldoende informatie hebt om de klacht te kunnen behandelen. Het geheel vormt zo’n flagrante schending van de (belangrijkste) kernwaarde ‘integriteit’, dat naar de mening van ondergetekende het vertrouwen in [de deken] in haar functie van deken en als advocaat zeer ernstig wordt geschaad. Ondergetekende gaat er van uit dat e.e.a. voldoende zal zijn voor de maatregel ‘schrapping’. Indien dat niet het geval is, zal de klacht uitgebreid met hetgeen genoemd in bijlage V2 die onderdeel uitmaakt van voornoemd verweer. U zult ongetwijfeld een reden vinden hoe u oud-collega [de deken] buiten schot kunt houden (‘….. komt grote vrijheid toe bij het uitoefenen van haar bevoegdheden…..’, etc). Maar besef goed bedrog dat iets anders is dan het uitoefenen van bevoegdheden. U kunt naar de mening van ondergetekende niet langer wegkijken. Ondergetekende verneemt graag binnen 2 weken na heden hoe u deze kwestie aan gaat pakken. Een te late of onbevredigende reactie zal de onherroepelijke overdracht van het gehele dossier naar een of meerdere onderzoeksjournalisten ten gevolge hebben. Wie boter op het hoofd heeft, kan beter niet in de zon gaan lopen. Neemt u goede nota! In afwachting van uw spoedige nadere berichten.”  

2.2 De voorzitter stelt vast dat in de beslissing van 8 januari 2019 al is overwogen dat klager vier klachten over de ambtsvoorganger van verweerster als Deken in de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland heeft ingediend. Daarbij is overwogen dat klager er rekening mee moet houden dat volgende klachten in dezelfde en aanverwante kwesties  wegens misbruik van klachtrecht niet in behandeling worden genomen.

2.3 De voorgelegde klacht is slechts in algemene termen geformuleerd en blijkbaar enkel gericht op het gegeven dat een dekenbezwaar tegen hem is gericht door verweerster, welke bevoegdheid haar als deken op grond van de wet toekomt. Het had op de weg van klager gelegen zijn klacht concreet te maken aan de hand van opsomming van verweten gedragingen en die te onderbouwen, wat klager heeft nagelaten. Een enkele verwijzing naar het dekenbezwaar en het verweer is daartoe bepaald onvoldoende. Verwijzing naar een andere deken voor onderzoek heeft geen zin omdat niet valt in te zien wat de deken naar wie de klacht verwezen zou moeten worden te onderzoeken heeft.

Zoals de voorzitter in de onder 2.2 genoemde beslissing klager al heeft voorgehouden, moet klager er rekening mee houden dat volgende klachten in dezelfde en aanverwante kwesties   wegens misbruik van klachtrecht niet in behandeling worden genomen. Daartoe zal de voorzitter dan ook overgaan.

 

3 BESLISSING

De voorzitter van het hof van discipline:

3.1 stelt het verzoek tot verwijzing naar een andere deken voor onderzoek en behandeling buiten behandeling.

Deze beslissing is gewezen op 13 juni 2022 door mr. T. Zuidema, voorzitter.

 

voorzitter

 

De beslissing is verzonden op 14 juni 2022.