Rechtspraak
Uitspraakdatum
29-12-2022
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2022:187
Zaaknummer
22-495/DB/LI
Inhoudsindicatie
Betreft klacht over advocaat in hoedanigheid van deken. Voorzitter heeft juiste toetsingsnorm gehanteerd en alle feiten en omstandigheden beoordeeld.
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 29 december 2022
in de zaak 22-495/DB/LI
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline van 29 juli 2022 op de klacht van:
klaagster
tegen:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 21 december 2021 heeft klager bij het buro van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Omdat verweerder deken is van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland, heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van het Hof van Discipline, bij beslissing van 2 januari 2022 de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) aangewezen voor onderzoek en behandeling van de klacht van klaagster tegen verweerder.
1.3 Op 17 juni 2022 heeft de raad het dossier met kenmerk K22-001 van de deken ontvangen.
1.4 Bij beslissing van 29 juli 2022 heeft de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
1.5 Op 26 augustus 2022 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift per email ontvangen op 26 augustus 2022.
1.6 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 14 november 2022. Tijdens de zitting was klaagster aanwezig. Verweerder heeft zich tijdens de zitting laten vertegenwoordigen door mr. X, directeur van het bureau van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.
1.7 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de email van klaagster van 27 augustus 2022.
2 KLACHT
2.1 Voor een weergave van de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
de beslissing is gebaseerd op onduidelijke feiten; er is sprake van een nieuw feit: de executieveilingroute was nietig, niet rechtsgeldig (zie beschikking d.d. 15 augustus 2022 van de rechtbank Gelderland).
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is op grond van het verzetschrift en de ter zitting afgelegde verklaringen van oordeel dat de verzetgronden van klaagster niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Dat de voorzitter onder randnummer 1.1. abusievelijk heeft vastgesteld dat verweerder in zijn hoedanigheid van deken mr D als advocaat heeft aangewezen om rechtsbijstand aan klaagster te verlenen, terwijl het de voorganger van verweerder was die mr D als advocaat van klaagster had aangewezen, maakt dit niet anders. Het betreft een kennelijke vergissing van de voorzitter, die geen enkele invloed heeft gehad op de beoordeling van de klacht door en de beslissing van de voorzitter. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken en U.T. Hoekstra, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 29 december 2022.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 29 december 2022