Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-12-2022

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2022:229

Zaaknummer

22-997/DH/DH

Inhoudsindicatie

Verzoek tot opheffing van een op grond van artikel 60ab Aw opgelegde schorsing toegewezen. Zie ook 22-825/DH/DH/D en 22-826/DH/DH/D.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 23 december 2022 in de zaak 22-997/DH/DH naar aanleiding van het verzoek van:

verzoekster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1    Op 20 december 2022 heeft verzoekster een verzoek ingediend op grond van artikel 60ab, zesde lid, van de Advocatenwet (Aw). 1.2    Op dezelfde dag heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: de deken) op het verzoek gereageerd.  1.3    De raad heeft kennisgenomen van de hiervoor genoemde stukken en van dossiers 22-825/DH/DH/D en 22-826/DH/DH/D. 

2    FEITEN 2.1    Bij beslissing van 2 november 2022 heeft de raad het verzoek van de deken om verzoekster op grond van artikel 60ab Aw voor onbepaalde te schorsen toegewezen (zaak 22-825/DH/DH/D). 2.2    Bij beslissing van 19 december 2022 heeft de raad geoordeeld op het bezwaar dat de deken gelijktijdig met het verzoek op grond van artikel 60ab Aw heeft ingediend (22-826/DH/DH/D). De raad heeft in deze beslissing aan verweerster een geheel voorwaardelijke schorsing opgelegd. 

3    VERZOEK 3.1    Verzoekster verzoekt de raad om de bij beslissing van 2 november 2022 opgelegde schorsing op te heffen. 3.2    Verzoekster heeft afstand gedaan van haar recht om op het verzoek te worden gehoord. 

4    REACTIE DEKEN 4.1    De deken heeft laten weten dat zij zich refereert aan het oordeel van de raad. Zij zal geen hoger beroep instellen tegen de beslissing van de raad van 19 december 2022. 4.2    De deken acht een mondelinge behandeling van het verzoek niet noodzakelijk.

5    BEOORDELING 5.1    De raad zal op het verzoek beslissen zonder partijen te horen. Verzoekster en de deken hebben laten weten geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling en de raad heeft geen vragen aan partijen naar aanleiding van het verzoek.  5.2    In de beslissing van 19 december 2022 heeft de raad een voorwaardelijke maatregel opgelegd. De beslissing zal per 19 januari 2023 onherroepelijk zijn; de deken zal geen hoger beroep instellen. Een en ander brengt met zich dat er geen noodzaak is om de bij beslissing van 2 november 2022 opgelegde schorsing te handhaven. Het verzoek tot opheffing van die schorsing zal dan ook worden toegewezen. 

BESLISSING De raad van discipline: -    heft de bij beslissing van 2 november 2022 in zaak 22-825/DH/DH/D op grond van artikel 60ab Aw opgelegde schorsing op met ingang van de datum van deze uitspraak.

Aldus beslist door mr. S.M. Krans, voorzitter, mrs. M.G. van den Boogerd en F.G.L. van Ardenne, leden, bijgestaan door mr. A. Tijs als griffier en uitgesproken in het openbaar op 23 december 2022.