Rechtspraak
Uitspraakdatum
21-11-2022
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2022:311
Zaaknummer
21-705/AL/OV
Inhoudsindicatie
Verzetbeslissing. De klacht betreft het handelen van verweerster als advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de juiste maatstaf toegepast en heeft de beslissing gebaseerd op de juiste feiten. Ook heeft hij rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Het verzet is ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 21 november 2022 in de zaak 21-705/AL/OV naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 20 december 2021 op de klacht van:
klager oververweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 28 februari 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 1.2 Op 23 augustus 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 1351360 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 20 december 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht deels niet-ontvankelijk deels kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 20 december 2021 verzonden aan partijen. 1.4 Op 16 januari 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op diezelfde datum ontvangen. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 23 september 2022. Daarbij waren klager en verweerster aanwezig. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in: 2.2 Er is geen gevolg gegeven aan het verzoek van klager om de behandeling van zijn klacht te voegen met de behandeling van de klacht van zijn cliënte mw. S. 2.3 Klager is niet persoonlijk gehoord naar aanleiding van zijn klacht. 2.4 Er is niet ingegaan op het bewijsaanbod van klager. 2.5 De voorzitter heeft de AVG verkeerd uitgelegd. 2.6 De deken is partijdig. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen de inhoud van de dekenbrief zoals die aan de raad is gezonden. 2.7 De motivering van de voorzittersbeslissing deugt niet en is onjuist. 2.8 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzet gronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast namelijk dat de advocaat van een wederpartij een grote vrijheid toekomt om de belangen van haar cliënt te behartigen op een wijze die haar goeddunkt. De voorzitter heeft voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij of zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden deels kennelijk ongegrond deels niet-ontvankelijk bevonden. 4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. H.Q.N. Renon, S.J. de Vries, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin-van den Akker als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 november 2022.
Griffier Voorzitter Verzonden d.d. 21 november 2022