Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

31-10-2022

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2022:268

Zaaknummer

21-782/AL/GLD

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 31 oktober 2022 in de zaak 21-782/AL/GLD naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 13 december 2021 op de klacht van:

klaagster oververweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 4 februari 2020 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2 Op 24 september 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 20/17 van de deken ontvangen. 1.3 Bij beslissing van 13 december 2021 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen. 1.4 Op 12 januari 2022 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen. 1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 5 september 2022. Daarbij was klaagster aanwezig. Verweerder is zonder bericht aan de raad niet op de zitting verschenen. 1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2 VERZET 2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in: 2.2 De feitenvaststelling in de voorzittersbeslissing is onvolledig. 2.3 De voorzitter heeft miskend dat verweerder niet alle relevante stukken bij klaagster heeft opgevraagd en geen kennis heeft genomen van de door klaagster aangeboden documenten. 2.4 De voorzitter heeft miskend dat de bijstand van verweerder ontoereikend was. De voorzitter heeft miskend dat het door verweerder opgestelde verweer ondeugdelijk was. Door de ontoereikende bijstand zijn de belangen van klaagster geschaad. De kantonrechter was onvoldoende geïnformeerd, waardoor hij niet nauwkeurig en correct uitspraak heeft kunnen doen.  2.5 Uit de conclusie van de voorzitter dat klaagster haar klacht onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd, blijkt dat de voorzitter het dossier onvoldoende grondig heeft bestudeerd. 2.6 De voorzitter heeft miskend dat de bijstand van verweerder tijdens de zitting tekortschoot.

3 FEITEN EN KLACHT 3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING 4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft in zijn beslissing een zakelijke weergave gegeven van de feiten. Het is de raad niet gebleken dat de voorzitter voor de te nemen beslissing relevante feiten onbenoemd heeft gelaten. De voorzitter heeft de klacht naar het oordeel van de raad terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. 4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mrs. E.J.C. de Jong en K.F. Leenhouts, leden, bijgestaan door mr. A. Tijs als griffier en uitgesproken in het openbaar op 31 oktober  2022.  

Griffier                                                                  Voorzitter

Bij afwezigheid van mr. A. Tijs is deze beslissing ondertekend door mr. M.M. Goldhoorn (griffier)   Verzonden d.d. 31 oktober 2022