Rechtspraak
Uitspraakdatum
02-08-2022
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2022:111
Zaaknummer
22-467/DB/OB
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Klager kan niet klagen over de vermelding van de adresgegevens van klagers ex-echtgenote in het exploit, omdat niet is gebleken dat klager door die vermelding rechtstreeks in zijn eigen belang is getroffen. In zoverre kennelijk niet-ontvankelijk. Voor zover de klacht ziet op de vermelding in het exploit van klagers eigen adresgegevens kan hij wel worden ontvangen. Verweerder kan echter geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van het feit dat in eerste instantie verkeerde adresgegevens in het exploit waren vermeld omdat de correcte betekening van exploiten tot het domein van de deurwaarder behoort. Verweerder heeft bij het doen betekenen van de dagvaarding gehandeld conform geldende wet- en regelgeving en hetgeen in de rechtspraktijk gebruikelijk is, terwijl evenmin is gebleken dat klager in zijn belangen is, nu enkel klager zelf een afschrift van dat gecorrigeerde exploit heeft ontvangen en de geheime adres gegevens noch aan de opdrachtgever, noch aan gedaagden de heer O en mevrouw B zijn medegedeeld. In zoverre kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch van 2 augustus 2022
in de zaak 22-467/DB/OB
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over:
verweerder
De [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van 9 juni 2022 van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken), door de raad ontvangen per e-mail van 9 juni 2022 met kenmerk 48|22|036K en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 8.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1 Verweerder is de advocaat van klagers wederpartij. Op 25 februari 2022 heeft verweerder een dagvaarding ter betekening aan de deurwaarder gestuurd. In de dagvaarding waren, naast klager, twee andere gedaagden vermeld: de heer O en mevrouw B, zijnde klagers ex-echtgenote. In de begeleidende e-mail aan de deurwaarder d.d. 25 februari 2022 heeft verweerder onder meer het volgende aan de deurwaarder medegedeeld:
“(…) In de bijlage treffen jullie een dagvaarding ter betekening aan een drietal gedaagden. Verzoek is om de adresgegevens te controleren en ook de registers ivm eventuele insolventie, onder curatele stelling etc. die hier aan de orde kan zijn. Ook even opletten of dit dan nog gevolgen heeft voor de keuze van de relatief bevoegde rechter. Als er vragen of constateringen zijn, dan hoor ik het graag.(…)”
1.2 Op 2 maart 2022 heeft de deurwaarder de dagvaarding betekend. Op 9 maart 2022 heeft de deurwaarder het volgende schriftelijk verklaard:
“(…) Een dagvaarding betekend aan [de heer O] (…). Vervolgens ben ik naar het in het exploot opgenomen adres van gedaagde [klager] gegaan. Aldaar bleek dat dit huis leeg stond. Dit oude adres van gedaagde [klager] heeft ook in de dagvaarding gestaan die ik heb gelaten aan gedaagde [de heer O].
Nadat ik had geconstateerd dat het adres in [A] leeg stond, heb ik gebeld met kantoor en mijn collega gaf me door dat gedaagde [klager] woonachtig was op een ander adres in [A]. Ik heb vervolgens in het afschrift voor gedaagde [klager] en in het origineel het huidige woonadres van gedaagde [klager] opgenomen en het afschrift aan gedaagde [klager] in persoon betekend.
Later is ons duidelijk geworden dat het adres van gedaagde [klager] een geheim adres betreft. Op kantoor is het origineel vernietigd. Opdrachtgever heeft het geheime woonadres van gedaagde [klager] niet gezien. Ook gedaagde [de heer O] heeft het huidige adres niet gezien.
Het afschrift voor gedaagde [mevrouw B] was nog niet door een deurwaarder meegenomen en deze heeft dus ook het adres (noch het oude, noch het huidige) niet gezien.
Vervolgens is er een herstel exploot gemaakt en een week later betekend aan gedaagden [de heer O] en [klager]. Voor gedaagde [mevrouw B] is er een ander exploot gemaakt.(…)”
1.3 Op 2 maart 2022 heeft klager tegen verweerder een klacht ingediend bij de deken.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:
Verweerder heeft in een dagvaarding de geheime adresgegevens van klager en diens ex-echtgenote vermeld ten gevolge waarvan de veiligheid van klager en diens gezin in het gedrang is gekomen.
3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
4 BEOORDELING
4.1 De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij. De voorzitter overweegt dat de advocaat van de wederpartij een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel. Daarbij geldt voorts dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen.
4.2 De voorzitter overweegt dat het in de Advocatenwet voorziene recht om een klacht in te dienen tegen een advocaat niet aan eenieder toekomt, doch slechts aan diegene die door het handelen of nalaten waarover wordt geklaagd rechtstreeks in zijn belang is of kan worden getroffen. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure is vereist, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken.
4.3 Het feit dat de adresgegevens van klagers ex-echtgenote in het exploit waren vermeld, is niet een aangelegenheid waarover klager tuchtrechtelijk kan klagen tegen verweerder, omdat naar het oordeel van de voorzitter uit de overgelegde stukken en hetgeen partijen naar voren hebben gebracht niet is gebleken dat klager door die vermelding rechtstreeks in zijn eigen belang is getroffen. De voorzitter zal de klacht in zoverre met toepassing van artikel 46j Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.
4.4 Voor zover de klacht ziet op de vermelding in het exploit van klagers eigen adresgegevens kan hij wel worden ontvangen. De voorzitter overweegt als volgt. Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerder bij het doen betekenen van de dagvaarding heeft gehandeld conform geldende wet- en regelgeving en hetgeen in de rechtspraktijk gebruikelijk is. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder voorts terecht naar voren gebracht dat de correcte betekening van exploiten tot het domein van de deurwaarder behoort. Verweerder kan dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van het feit dat in eerste instantie verkeerde adresgegevens in het exploit waren vermeld, terwijl naar het oordeel van de voorzitter evenmin is gebleken dat klager in zijn belangen is geschaad door de vermelding van zijn geheime adresgegevens in het gecorrigeerde exploit, nu enkel klager zelf een afschrift van dat gecorrigeerde exploit heeft ontvangen en de geheime adres gegevens noch aan de opdrachtgever, noch aan gedaagden de heer O en mevrouw B zijn medegedeeld. In de handelwijze van verweerder valt kortom naar het oordeel van de voorzitter niets tuchtrechtelijk verwijtbaars te ontwaren. De klacht is derhalve kennelijk ongegrond.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
de klacht, voor zover deze ziet op de vermelding in het exploit van de adresgegevens van klagers ex-echtgenote, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk; de klacht, voor zover deze ziet op de vermelding in het exploit van klagers eigen adresgegevens, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.Aldus beslist door mr. R.A.J. van Leeuwen, [plaatsvervangend] voorzitter, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 2 augustus 2022.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 2 augustus 2022