Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-03-2022

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2022:48

Zaaknummer

21-796/A/NH

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdamvan 21 maart 2022 in de zaak 21-796/A/NHnaar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 8 november 2021 op de klacht van:

klager

over:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE1.1    Op 29 juni 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.1.2    Op 29 september 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk (td/ds/1477871) van de deken ontvangen. 1.3    Bij beslissing van 8 november 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.1.4    Op 14 november 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 28 februari 2022. Daarbij was klager aanwezig. Verweerder heeft zich afgemeld voor de zitting. 1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Tevens heeft de raad kennisgenomen van het per e-mail van 16 februari 2022 door verweerder ingediende verweerschrift.   

2    VERZET2.1.    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Klager stelt, mede ter zitting, dat verweerder zich in de onderliggende procedure volledig heeft laten leiden door zijn cliënt. Anders dan zijn eigen advocaat heeft verweerder zijn cliënt nooit om bewijs van zijn stellingen gevraagd, maar al hetgeen zijn cliënt hem meedeelde, klakkeloos overgenomen. Verweerder weet dat klager ambtenaar in Wenen is. Als de onwaarheden die verweerder, volgens klager, heeft verkondigd waar zouden zijn geweest, dan had dat zijn baan gekost. 2.2.    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 3    FEITEN EN KLACHT

3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.  

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.  4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSINGDe raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.Aldus beslist door mr. E.J. van der Molen, voorzitter, mrs. F.J.J. Baars en K.C. van Hoogmoed, leden, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 maart 2022.

Griffier    Voorzitter

Verzonden op: 21 maart 2022