Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-02-2022

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2022:29

Zaaknummer

21-735/DB/LI

Inhoudsindicatie

Advocaat heeft klager vele jaren in meerdere procedures vanaf de eerste aanleg tot in hoogste instantie heeft bijgestaan. Klager heeft zich telkens weer tot de advocaat gewend met het verzoek hem bij te staan. Advocaat heeft steeds alle stappen in de procedures met klager besproken. Niet gebleken dat de advocaat de belangen van klager onvoldoende zorgvuldig heeft behandeld.

Inhoudsindicatie

Uit de correspondentie van de advocaat volgt dat de uitspraken door de advocaat steeds tijdig aan klager zijn toegezonden.  Van ‘valsheid in geschrifte’, zoals klager stelt, is de raad niet gebleken.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van 21 februari 2022

in de zaak 21-735/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

 

klager

 

over:

 

verweerder

 

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 26 mei 2020, aangevuld op 17 november 2020 en 26 januari 2021,  heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 2 september 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K20-128 van de deken ontvangen.

1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 10 januari 2022. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 15. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail van klager van 24 december 2021, met bijlagen.

 

2 FEITEN

2.1 Verweerder heeft klager vanaf 2013 in meerdere zaken bijgestaan. Verweerder heeft klager onder meer bijgestaan in de volgende procedures:

verzetprocedure tegen het verstekvonnis van de rechtbank d.d. 8 februari 2017 tegen de heer K.  De kantonrechter heeft op 6 september 2017 vonnis gewezen, waarna verweerder klager heeft bijgestaan in de hoger beroep procedure bij het gerechtshof (arrest gerechtshof 16 juli 2019); procedure in eerste aanleg en in hoger beroep tegen de erven V (vonnis  rechtbank d.d. 25 oktober 2017 en arrest gerechtshof d.d. 25 februari 2020); procedure bij de rechtbank tegen de beslissing op bezwaar van de gemeente R d.d. 13 december 2016 (uitspraak rechtbank d.d 15 maart 2018) en de hoger beroep procedure bij de Raad van State tegen de uitspraak van de rechtbank afdeling bestuursrecht van 15 maart 2018 (Uitspraak van de Raad van State afdeling bestuursrechtspraak, d.d. 6 februari 2019)

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:

Verweerder heeft de belangen van klager niet naar behoren behartigd; Verweerder heeft onvoldoende met klager gecommuniceerd dan wel informatie aan hem verschaft.

Klager heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht:

Verweerder heeft in zijn verweerschrift van 10 juni 2016 in de bezwaarprocedure geen gebruik gemaakt van de door klager aangereikte bewijsstukken noch van de uitspraak van de adviescommissie; Verweerder heeft het vonnis van de rechtbank van 6 september 2017 niet tijdig aan klager toegezonden, waardoor niet meer op tijd gereageerd kon worden; Verweerder heeft klager pas op 3 januari 2018 geïnformeerd over het vonnis van 25 oktober 2017; Verweerder heeft geen actie ondernomen naar aanleiding van de brief van de bank van 4 januari 2018; Verweerder heeft geen actie ondernomen naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank van 15 maart 2018, waarin stond dat partijen moesten aangeven of zij gehoord wensten te worden; Klager is pas op 9 april 2018 geïnformeerd over de email van de rechtbank van 15 maart 2018 waarin mediation wordt voorgesteld, met het verzoek op voor 22 maart 2018 te reageren; Verweerder heeft in de memorie van grieven in de procedure tegen de heer K bij de bewijsvoering belangrijke stukken niet gebruikt; Verweerder heeft ten onrechte geen bezwaar ingesteld bij de SVB; Verweerder heeft verzuimd om de door de heer K gemaakte fout te concretiseren;

10. Verweerder heeft in de zaak tegen de heer K ten onrechte geen cassatie ingesteld;

11. Verweerder heeft in de procedure bij de Raad van State niet alle geschilpunten naar voren gebracht

12. Verweerder heeft verzuimd om gebruik te maken van een hoorzitting;

13. Verweerder heeft verzuimd om bezwaar in te dienen de aanmaning van de belastingdienst inzake de aangifte 2019;

14. Verweerder heeft klager niet geïnformeerd over het arrest van 25 februari 2020;

15. Verweerder heeft in het cassatieverzoek d.d. 19 mei 2020 niet alle relevante stukken gebruikt;

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De raad zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 De tuchtrechter heeft gezien het bepaalde in artikel 46 Advocatenwet mede tot taak de kwaliteit van de dienstverlening aan een cliënt te beoordelen indien deze daar over klaagt. Wel zal de tuchtrechter rekening hebben te houden met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes - zoals over procesrisico en kostenrisico - waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. De vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en de keuzes waar hij voor kan komen te staan zijn niet onbeperkt, maar worden begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt. Tot die professionele standaard behoort het inschatten van de slagingskans van een aanhangig te maken procedure en de cliënt daarover te informeren. De cliënt dient door de advocaat erop gewezen te worden wat in zijn zaak de proceskansen zijn en het kostenrisico is. Voorts dienen procestukken te voldoen aan de redelijkerwijs daaraan te stellen eisen. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

Ad onderdeel a)

5.2 Klager verwijt verweerder dat hij, gedurende de vele jaren dat hij klager heeft bijgestaan, de belangen van klager onvoldoende heeft behartigd. Klager heeft dit onderdeel van de klacht toegelicht onder 1, 4, 5, 7 t/m 13 en 15. Klager heeft diverse processtukken aan de raad overgelegd, waaruit volgens klager volgt dat verweerder de belangen van klager niet goed heeft behartigd. Verweerder heeft in zijn verweer aangevoerd dat hem niet duidelijk is tegen welke gedragingen van verweerder de klacht zich richt. Verweerder heeft onbetwist aangevoerd dat hij steeds alle stappen met klager heeft besproken, maar dat klager er niet in slaagde om zijn stellingen met bewijsstukken te onderbouwen. Klager heeft daartegenover naar voren gebracht dat verweerder niets heeft gedaan met de door klager aangedragen bewijsstukken.

5.3 Het is de taak van een advocaat om te beoordelen of de door zijn cliënt aangedragen stukken kunnen dienen ter onderbouwing van de stellingen van de cliënt. Het staat een advocaat vrij om, indien hij van oordeel is dat door zijn cliënt aangeleverde stukken ter ondersteuning van de stellingen geen doel kunnen treffen, die stukken niet in het geding te brengen. Indien tussen de advocaat en zijn cliënt sprake is verschil van inzicht over de aanpak van de zaak dient de advocaat zich terig te trekken en ligt het op de weg van de cliënt om zich tot een andere advocaat te wenden. De raad kan op grond van de aan de raad overgelegde stukken niet vaststellen dat klager zijn onvrede over de aanpak van de zaken aan verweerder kenbaar heeft gemaakt. Klager heeft zich pas in mei 2020, nadat de vele procedures waren afgerond, met een klacht over verweerder tot de deken gewend.

5.4 Dat klager zich niet kan vinden in de resultaten van de namens hem gevoerde procedures, betekent niet dat verweerder daarvan tuchtrechtelijk een verwijt valt te maken. Uit de aan de raad overgelegde stukken volgt dat verweerder klager gedurende vele jaren in meerdere procedures vanaf de eerste aanleg tot in hoogste instantie heeft bijgestaan. Klager heeft zich telkens weer tot verweerder gewend met het verzoek hem bij te staan. Als niet althans onvoldoende weersproken staat vast dat verweerder steeds alle stappen in de procedures met klager heeft besproken. De raad kan op grond van de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet vaststellen dat de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder niet voldoet aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt.

5.5 De raad zal klachtonderdeel a op grond van al het bovenstaande ongegrond verklaren.

Ad onderdeel b)

5.6 Het tweede onderdeel van de klacht heeft betrekking op de communicatie met en de informatie aan klager. Klager heeft dit onderdeel van de klacht toegelicht onder 2, 3, 6 en 14. Klager stelt meerdere keren niet (tijdig) van gerechtelijke uitspraken op de hoogte te zijn gesteld. Verweerder heeft aan de raad meerdere brieven overgelegd waaruit blijkt dat de betreffende uitspraken door verweerder tijdig aan klager zijn toegezonden.  Van ‘valsheid in geschrifte’, zoals klager in zijn repliek stelt, is de raad niet gebleken. De raad acht het bovendien niet aannemelijk dat klager niet tijdig kennis heeft genomen van de door hem vermelde gerechtelijke uitspraken, omdat steeds tijdig een rechtsmiddel is ingesteld. Ook overigens is de raad niet van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder gebleken. De raad zal klachtonderdeel b) daarom eveneens ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

         verklaart klacht in beide onderdelen ongegrond;

Aldus beslist door mr. J.M.H. Schoenmakers, voorzitter, mrs. H.C.M. van den Dungen en R. van den Dungen, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 februari 2022.

 

Griffier                                                                            Voorzitter

 

 

Verzonden op: 21 februari 2022