Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-02-2022

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2022:46

Zaaknummer

210298

Inhoudsindicatie

Klacht tegen verweerder ingetrokken. Het hof zal de beslissing van de raad vernietigen en verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist.

Uitspraak

BESLISSING van 11 februari 2022in de zaak 210298

naar aanleiding van het hoger beroep van:

1. [klager sub 1]2. [klager sub 2]3. [klager sub 3].4. [klager sub 4]5. [klager sub 5]6. [klager sub 6]7. [klager sub 7]8. [klager sub 8]9. [klager sub 9]10. [klager sub 10] 

klagers

tegen:

verweerder

 

1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1  Het hof verwijst naar de beslissing van 10 september 2021 van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Amsterdam (zaaknummer: 20-638/A/NH). In deze beslissing is de klacht van klagers ten aanzien van klachtonderdeel d) gegrond verklaard en ten aanzien van de klachtonderdelen a), b), c), e), f) en g) ongegrond verklaard. Aan verweerder is de maatregel van waarschuwing opgelegd. Verder is verweerder veroordeeld in de betaling van het griffierecht, reiskosten en proceskosten.

1.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRAMS:2021:207 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF

2.1 Het beroepschrift van verweerder is op 8 oktober 2021 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2 Verder bevat het dossier van het hof:- de stukken van de raad;- het verweerschrift van 8 oktober 2021;- een e-mail van de gemachtigde van verweerder van 8 oktober 2021;- een e-mail van mr. J. Hagers van 22 november 2021;- een e-mail van de heer V. Schagen van 22 november 2021;- een e-mail van de gemachtigde van verweerder van 6 december 2021.

3 FEITEN

3.1 In de beslissing van de raad zijn de feiten vastgesteld. Er is in hoger beroep geen aanleiding deze feitenvaststelling te wijzigen. De door de raad vastgestelde feiten vormen dus ook in hoger beroep het uitgangspunt bij de beoordeling van de klacht.

4 KLACHT

4.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

a) valsheid in geschifte heeft gepleegd en vervalste bewijsstukken in stand heeft gehouden;

b) onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid van mr. K.;

c) stelselmatig niet heeft gereageerd op e-mailberichten;

d) de rechtbank heeft aangeschreven zonder de advocaten van de wederpartij daarover te informeren;

e) misbruik heeft gemaakt van recht en de rechter heeft misleid;

f) een getuigenverhoor heeft gesaboteerd;

g) zich heeft bediend van onnodig grievend taalgebruik.

5 BEOORDELING

5.1 In de e-mailberichten van 22 november 2021 hebben klagers [klager sub 10], [klager sub 7], [klager sub 8], [klager sub 4] en [klager sub 3] de griffie van het hof medegedeeld dat zij de klacht tegen verweerder intrekken.

5.2 Naar het oordeel van het hof zijn in deze zaak geen omstandigheden aanwezig die ambtshalve de voortzetting van de behandeling van de klacht als bedoeld in artikel 47a jo 57 Advocatenwet vergen. Het hof ziet dan ook geen aanleiding om het standpunt van de deken in te winnen. Het hof zal de beslissing van de raad vernietigen en verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist.

 

 

6 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

6.1 vernietigt de beslissing van 10 september 2021 van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, gewezen onder nummer 20-638/A/NH, voor zover die ziet op de klacht van:-  [klager sub 10]-  [klager sub 7]-  [klager sub 8]-  [klager sub 4]-  [klager sub 3]

6.2 verstaat dat op de klacht van deze klagers niet meer hoeft te worden beslist.

Deze beslissing is gewezen door  E.W. de Groot, voorzitter, P.T. Gründemann en G.J.K. Elsen, leden, in tegenwoordigheid van S. Bor, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2022.

 

 

 

griffier voorzitter            

De beslissing is verzonden op 11 februari 2022.