Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-01-2022

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2022:4

Zaaknummer

20-975/AL/MN

Inhoudsindicatie

Ontvankelijkheid verzet. Klacht te laat ingediend. Klager heeft geen reden voor deze termijnoverschrijding aangevoerd. De termijnoverschrijding is dan ook niet toelaatbaar (verschoonbaar). Klager is niet-ontvankelijk in zijn verzet. 

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2022inzake ontvankelijkheid verzetin de zaak 20-975/AL/MN:naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter (hierna: voorzitter) van de raad van discipline van 12 april 2021 op de klacht van:                       klageroververweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Op 19 april 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het Arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. Bij brief van 7 december 2020, met kenmerk Z 1127560, door de raad ontvangen op dezelfde dag, is het klachtdossier van de deken ontvangen.1.2 Bij beslissing van 12 april 2021 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 13 april 2021 verzonden aan partijen.1.3 Door klager is verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 20 mei 2021 per e-mail ontvangen.1.4 Bij brief van 8 juni 2021 heeft de griffie aan partijen laten weten dat het verzetschrift niet binnen de wettelijke termijn door de raad is ontvangen wat tot niet-ontvankelijkheid van het verzet kan leiden. In deze brief is klager in de gelegenheid gesteld binnen 14 dagen gemotiveerd uiteen te zetten waarom hij vindt dat het te laat ingediende verzetschrift wel door de raad in behandeling zou moeten worden genomen en dus ontvankelijk is. Voorts is in deze brief aangegeven dat mocht geen (tijdige) schriftelijke reactie van klager worden ontvangen een zitting gepland zal worden waarop de raad allereerst tijdens een 10 minuten-zitting (alleen) de ontvankelijkheid van het verzet van klager zal beoordelen.1.5 Bij brief van 13 juli 2021 heeft de griffie partijen laten weten dat er geen (tijdige) schriftelijke reactie van klager is ontvangen en dat de raad op een 10 minuten-zitting (alleen) de ontvankelijkheid van het verzet zal beoordelen.1.6 De zaak is geplaatst op de zitting van 15 november 2021. Ter zitting is alleen verweerster verschenen. Hoewel behoorlijk opgeroepen is klager niet verschenen.

2 BEOORDELING ONTVANKELIJKHEID 2.1 Op grond van de artikelen 46j en 46h Advocatenwet moet het verzet binnen 30 dagen na verzending van het afschrift van de voorzittersbeslissing worden ingesteld. De termijn van 30 dagen begint op de dag volgend op die van de verzending van de beslissing. In dit geval op 14 april 2021. Het verzet dient uiterlijk op de 30e dag van de verzettermijn door de griffie te zijn ontvangen. In dit geval dus 13 mei 2021. De griffie heeft het verzetschrift op 20 mei 2021 ontvangen, derhalve te laat.2.2 Klager heeft geen reden voor deze termijnoverschrijding aangevoerd. De termijnoverschrijding is dan ook niet toelaatbaar (verschoonbaar).2.3 Het bovenstaande betekent dat de raad klager in zijn verzet niet-ontvankelijk zal verklaren.

BESLISSING De raad van discipline verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus beslist door mr. mr. A.R. Creutzberg, voorzitter, mrs. C.A.Th. Philipsen, H.K. Scholtens, leden, bijgestaan door mr. A.M. van Rossum als griffier en uitgesproken in het openbaar op 10 januari 2022.

Griffier                                           Voorzitter Verzonden d.d. 10 januari 2022