Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-04-2021

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2021:241

Zaaknummer

210121

Inhoudsindicatie

Klacht niet verwezen.

Uitspraak

Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van

het Hof van Discipline

van 15 april 2021

in de zaak met nummer 210121

 

in de zaak van:

                                     

klager

tegen:

de Orde

de Raad

 

1 HET VERZOEK

1.1 De plaatsvervangend voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht van 14 april 2021 van mevrouw O, stafmedewerker van de Orde, met bijgevoegd een brief van 8 april 2021 van klager met bijlage. In die brief met bijlage formuleert klager een algemene klacht over de gang van zaken in de tuchtprocedure bij de Orde en de Raad over de behandeling van zijn klacht tegen twee advocaten.

 

2 DE BEOORDELING

2.1 De plaatsvervangend voorzitter stelt vast dat de klacht van klager niet specifiek gericht is tegen de persoon van deken of de persoon van één van de advocaat-leden bij de Raad, maar tegen de Orde en de Raad als instanties. Deze klacht komt dan ook niet voor verwijzing in aanmerking in de zin van art. 46c lid 5 of 46aa lid 3 Advocatenwet. De plaatsvervangend voorzitter zal dan ook overgaan tot afwijzing van het verwijzingsverzoek.

 

3 BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline:

3.1 wijst het verzoek tot verwijzing van de klacht van klager af.

 

Deze beslissing is gewezen op 15 april 2021 door mr. J. Blokland, plaatsvervangend voorzitter.

 

Plaatsvervangend voorzitter

 

De beslissing is verzonden op 26 april 2021.